
Frank Roger, de man met de lelijke voorpagina’s volgens enkele commentaren op het leesforum Ezzulia, werd op 30 maart 1957 in Gent geboren. Het is het pseudoniem van Frank R.F. De Cuyper, wat voluit staat voor Frank Roger Florimond De Cuyper.
Hij publiceerde al in 1979 in een speciale sciencefictionbijlage van het weekblad Knack, een verhaal waarover hij tegenwoordig niet erg tevreden meer is.
Maar het tekende wel uit dat hij belangstelling had voor sciencefiction, o.a. onder invloed van The Twilight Zone, een tv-reeks die liep van 1959 tot 1964, en die hij dus niet kan hebben gezien tijdens de eerste uitzendingen. Sommige afleveringen daarvan waren sciencefiction, andere fantasy, andere horror, maar de meeste waren op het snijvlak tussen al die genres.
Het resultaat is dat de verhalen en korte romans van Frank Roger moeilijk onder één noemer zijn te brengen. Fantastische literatuur, satire, surrealisme, sciencefiction, zwarte humor, absurdisme… Hij deed het allemaal, en vaak allemaal tegelijk in één en hetzelfde verhaal, zodat zijn werk moeilijk klasseerbaar is.
Een van de weinige zinvolle klasseringen is op motief, zoals de verhalen met als gemeenschappelijke titel “Ware anekdoten uit de Lege Zandloper”, die in De Tijdlijn verschenen, of de verhalen rond rock- en popmuziek, die in het muziektijdschrift Fanfare verschenen. Spijtig genoeg zijn beide bladen gestopt, en werden de verhalen die erin verschenen niet gebundeld.
Behalve verhalen begon hij ook collages en grafisch werk te maken. Een belangrijke invloed daarbij is het surrealisme van René Magritte, maar door de satirische elementen refereert hij veel meer naar de realiteit dan Magritte dat deed. Het neemt niet weg, dat sommige fotocollages en bewerkte foto’s toch bij het surrealisme kunnen worden gerekend. Voor de uitwerking van zijn ideeën als beeldend kunstenaar krijg hij ook hulp van Johnny Bekaert, die vooral bekend is van zijn boekillustraties.
Frank Roger werd in een kunstenaarsfamilie geboren. Zijn vader was de kunstschilder Roger De Cuyper (1921-2008) en een van zijn achterneven was de schrijver en kunstschilder Gerard Ceunis (1885-1964). Frank zelf studeerde Germaanse filologie (Engels-Nederlands) aan de Universiteit Gent, en behaalde zijn master in 1981 met een scriptie gewijd aan Philip K. Dick, een schrijver van dystopische sciencefiction.
Doordat Frank in het sciencefictionmilieu verkeerde, legde hij daarin veel contacten en breidden zijn publicaties zich al snel buiten de Nederlanden uit. Al in de jaren 1980 schreef hij ook in het Engels. Soms vertaalde hij zelf zijn geschriften, soms gebeurde het door redacteuren. Onder andere zijn Franse teksten zijn vaak door anderen vertaald. Het Engels kent hij zelf goed genoeg om weinig hulp nodig te hebben, en de Engelse versies stuurt hij dan naar anderstaligen, zoals Wilko Müller jr., die de verhalen naar het Duits vertaalde voor zijn tijdschrift Solar-X. De uitdijing ging steeds sneller, zodat hij tegenwoordig al in meer dan 50 verschillende talen verscheen, waaronder kunsttalen zoals Esperanto en Volapük. Hij werd zowel in buitenlandse tijdschriften als bloemlezingen opgenomen. Vanaf 2000 begonnen er dan eindelijk verhalenbundels te verschijnen, eerst in het Nederlands, later ook in andere talen.
Hij debuteerde in 1975 in het tijdschrift SF-Magazine, en daarna in diverse Vlaamse en Nederlandse tijdschriften en bloemlezingen. Twee van die bladen, SF-Magazine (nr. 45, 1975) en De Tijdlijn (nr. 24, 2de kwartaal 1997), wijdden een nummer grotendeels aan hem. Enkele jeugdverhalen verschenen in de reeks Vlaamse Filmpjes.
Hij werd ook internationeel gelauwerd. In februari 2014 was hij eregast op de Third International Conference on World Science Fiction, in Kochi, Kerala, India, en in november 2019 was hij te gast op het Fifth China Chengdu International SF Conference, Chengdu, Sichuan, China.
Voor zijn activiteiten met collages en grafisch werk moeten we er ons wegens tijdgebrek met een opsomming vanaf maken. Het verscheen in enkele bibliofiele uitgaven van Het Zinkend Schip, in verschillende tijdschriften en anthologieën en in de bundels Geknipt en geplakt, Collagissimo en Graforismen. Enkele collages werden tentoongesteld (in het kader van een groepstentoonstelling) in Oostende (Schaperye, 10/2009-02/2010) en in het kader van enkele tentoonstellingen in de Seed Factory in Brussel (Typo, april-juni 2013, That’s all Folks, april-juni 2014, Fortuna, oktober-december 2014 en Pen Is Art, april-juni 2015, Breaking News, oktober-december 2016, Boobs Art, maart-juni 2017) en Foot (mei-augustus 2018), en de reizende tentoonstelling Antwerpse Handjes (diverse locaties, 2017-2020).
Op 20 september 2014 ontvang hij de Bemoste Beeld Prijs uitgereikt voor zijn hele oeuvre en zijn bijdragen aan de fantastische genres.
Zéér beknopte bibliografie
The Burning Woman, and how her fire was rekindled time and again, ingeleid door Frank Roger en Peter Motte (De Tijdlijn, 2000) Een verzameling Nederlandse, Engelse, Franse en Duitse versies van “De brandende vrouw” door Frank Roger
De zeven smaken van de vooruitgang (Het Zinkend Schip, 2005)
De trein naar nergens en andere verhalen (Free Musketeers, 2005)
Omegalfa (Mouladurioù Hor Yezh, 2005) verhalen in Bretoense vertaling
Bonobo sapiens (Fantastische Vertellingen, 2007)
Allein gegen das Universum (Solar-X/Projekte Verlag, 2007) Verhalen in Duitse vertaling
Graal RIP (Editions d’Euryale, 2009) verhalen in Franse vertaling
Geknipt en geplakt (De Lege Zandloper, 2009) collages
The Burning Woman and other stories. (Evertype, ISBN 978-1-904808-91-6, 2012) Engelstalige verhalen
Collagissimo (Carpe Noctem, 2012) collages
Graforismen (Stichting Fantastische Vertellingen, 2015) collages en grafisch werk