recensent: Peter Motte
onder auspiciën van De voormalige Tijdlijn en Vertaalbureau Motte
Van Dale Lexicografie voegde een boek toe aan zijn reeks woordenboeken voor jongere lezers.
Mijn derde Van Dale samenleeswoordenboek richt zich op kinderen vanaf zes jaar, de vroegste lezertjes dus. Of mama dan altijd nodig is om samen met de jonge leerling te lezen, hangt daardoor sterk af van de leesvaardigheid van het kind. Als de kleine pas in de eerste weken van het lager onderwijs zit, zal hij duidelijk nog heel wat hulp van zijn samenleesouders nodig hebben, maar aan mijn zesjarig neefje heb ik gemerkt, dat de rollen misschien al na een half jaar mogen worden omgedraaid. En dan zal voor de kinderen pas het echte plezier met het boek beginnen.
Het is mooi maar vooral overvloedig geïllustreerd. Dat schiet lekker op bij het lezen, wat ongeduldige lezertjes kan sussen (en ongeduldige voorlezers :-).
De woorden worden verklaard door de tekeningen, het verhaaltje dat errond wordt opgebouwd, en de betekenisverklaringen onderaan de pagina’s.
De gekozen woorden zijn gebaseerd op frequentielijsten, die uitzochten welke woorden kinderen van de doelgroep kennen, of zouden moeten kennen. In totaal bevat het boek duizend woordbetekenissen, maar er zijn minder dan duizend trefwoorden. Het idee van Van Dale Lexicografie was om woorden op te nemen die meer dan één betekenis hebben. Vanaf zes jaar kunnen kinderen immers omgaan met woorden die afhankelijk van de situatie een andere betekenis kunnen hebben. Om de zaken niet té moeilijk te maken, werd wel besloten om zich te richten op de betekenissen die sterk van elkaar verschillen.
Met de indexen wordt de bruikbaarheid van het boek verhoogd: er is een alfabetische trefwoordenlijst, een lijst met betekenisverwante woorden, een thematische trefwoordenlijst en tenslotte een overzicht volgens de hoofdpersonen die in de verhaaltjes optreden.
Er is één minpunt aan het boek. De samenstellers vonden het nodig te wijzen op het bestaan van verschillen tussen Belgisch en Nederlands Nederlands, maar het lijkt mij tamelijk overbodig om zesjarigen daarmee al lastig te vallen. Bovendien is het bekend dat Nederlanders nogal eens moeite hebben om te weten wat we in België als dialect beschouwen. Gelukkig is in dit boek slechts drie keer het onderwerp Belgisch Nederlands aangeroerd, want drie keer hebben ze dialect gepromoveerd tot standaardtaal. De Nederlandse lexicografen moeten zich eens minder laten beïnvloeden door de meningen van zogenaamde Vlaamse zogenaamde experts*, die in de meeste gevallen alleen maar hun eigen intellectuele onmacht om Standaardnederlands te leren, willen wegmoffelen.
Tenslotte moet men er ook rekening mee houden dat expliciet vermelden dat er taalverschillen bestaan tussen Vlaams (en wat is “Vlaams”? ) en Nederlands Nederlands in een boek voor vanaf zes jaar, verschillen cultiveert die helemaal niet gecultiveerd hoeven te worden. Eigenlijk versterkt die aanpak de intellectuele onmogelijkheid om Standaardnederlands te leren.
Het steunt ook te veel op het idee dat het voor de kinderen “te moeilijk” is, maar kinderen leren gewoon de taal die hun wordt aangereikt. Schotel hen de standaardtaal voor, en ze leren de standaardtaal. Schotel hen dialect voor, en ze leren dialect. Ook daardoor is de behandeling van Belgisch en Nederlands Nederlands in een boek zoals Mijn derde Van Dale samenleeswoordenboek een overbodige complicatie. Zoiets wordt op de duur een selffulfilling prophecy.
Verder niets dan lof over de uitgave. Spijtig dat de samenstellers niet hadden beseft dat er een verschil is tussen het opnemen van taalvarianten in een echt woordenboek, en het vermelden ervan in een boek zoals Mijn derde Van Dale samenleeswoordenboek, dat in de eerste plaats als taalleerboek werkt.
* Ik schrijf opzettelijk “zogenaamde Vlaamse zogenaamde experts”, omdat er veel meer aan vastzit dan velen beseffen, maar daar kan ik hier niet verder op ingaan.
Mijn derde Van Dale samenleeswoordenboek, Betty Sluyzer en Martine Letterie en Paula Gerritsen, 2009, Utrecht/Antwerpen, Van Dale Lexicografie, geïllustreerd, vierkleurendruk, gebonden, 25,5 x 23,5 x 4,5 cm, 175 p’s, ISBN 978-906648-098-8.
Prijs: 22,95 euro