Robbedoes / Spirou in Charleroi

Er wordt wel eens gezegd dat er nu veel meer reclame is dan vroeger, maar dat is niet waar. Om te beginnen is alles relatief. Als er alleen maar kranten en tijdschriften bestaan, dan is dat gewoon alles wat je aan media te zien krijgt, en dan is reclame daarin gewoon het maximum aan reclame dat je kunt maken. En als dan iemand daarin reclame maakt, kun je er niet alleen omheen, het is ook de volle 100% aan media dat je te zien krijgt. En die overweldigende indruk daarvan, is dan even hoog als nu.

Maar er zijn natuurlijk altijd veel meer media geweest dan alleen maar kranten en tijdschriften, en van een daarvan zien we hierboven een voorbeeld: fysieke 3D-afbeeldingen van personages uit stripverhalen, in dit geval Yoko Tsuno die als volleerd fotomodel voor de autoverkoop leunt op een Citroën DS Break uitgerust als de tv-reportage-auto van het station RTN waar Ben Beeld en Pol Pola voor werkten. Niet Yoko. Ten minste niet aanvankelijk.

Bovenstaand beeldje is momenteel te zien in een tentoonstelling in Charleroi (België) over 100 jaar Uitgeverij Dupuis, waar niet alleen Spirou-Robbedoes ontstond, maar ook Humo, dat toen nog Humoradio heette (van Humor-radio).

De tentoonstelling is van 17-12-2022 tot en met 30-07-2023, in het Musée de Beaux-Arts, Ecuries Defeld, Boulevard Mayence 87, Charleori. De ingangsprijs is 5 euro. Meet info hier.

In memoriaum: Berck (1929-2020)

Striptekenaar Berck, vooral bekend van de vaak hertitelde reeks Sammy is op 91-jarige leeftijd overleden. Zijn echte naam was Arthur Berckmans.

Hij studeerde aan het Sint-Lucas-Instituut in Brussel en volgde anatomietekenen in Leuven. Toen hij 18 werd, kreeg hij een baan bij de jezuïeten in Leuven waar hij deeltijds illustraties leverde voor het religieuze magazine Pro Apostolis. Hij bewerkte er vooral biografieën van heiligen tot stripverhalen.


Acht jaar later begon hij voor de stripuitgeverij Le Lombard te werken waar hij illustraties voor het magazine Chez Nous leverde. Hij ontwierp ook reclametekeningen voor het reclamebureau Publiart.

In 1958 debuteerde hij in het weekblad Kuifje met de strip Pechvogel, op scenario van René Goscinny. In 1965 kreeg Goscinny het te druk met Asterix, en Acar nam de scenario’s van Pechvogel over, maar de serie werd twee jaar later gestopt.

In de verhalen die Breck zelf bedacht is de humor vaak wat wrang. Na Pechvogel creëerde hij een James Bond-pastiche, Ken Krom, maar moest deze reeks na protest van zijn uitgever laten vallen. Met Yves Duval als scenarist tekende hij de reeks Hansje, over een jonge tamboer ten tijde van Napoleon. Al heet de strip in het Frans Rataplan, ze heeft verder niets met de hond uit Lucky Luke te maken.

Samen met Leo Loedts maakte Berck onder het pseudoniem Studio Arle de stripreeks Wim en Eric: De Verdwenen Sloep (1965) en De Zwartepinken (1965-1972) in het blad Zonneland. De laatste strip was op scenario van Maurice Renders

In 1967 verliet Berck Kuifje. Bij Robbedoes tekende hij op scenario van Yvan Delporte en Raymond Macherot de reeks Kapitein Mulligan, over een sleepbootkapitein in het Amerika van de jaren ’20 tijdens de drooglegging.


Twee jaar later stelde Berck aan Raoul Cauvin voor om een detectivestrip te maken, en dat werd De lijfwachten, later Sammy, en nog enkele andere titels. Hoofdfiguren waren de kleine Sammy Day en de grote Jack Attaway, leider van een detectivebureau. In maart 1970 verscheen het eerste verhaal.

In Nederland publiceerde Berck De Donderpadjes en Lowietje, wat later ook in Spirou verscheen als Lou.


In Vlaanderen publiceerde hij samen met Daniël Jansens de dagelijkse strip Lombok in de Gazet van Antwerpen. Van 1972 tot 1974 bedacht hij de humoristische sciencefictionreeks Mischa voor de Duitse Rolf Kauka-studio’s in het magazine Primo, vaak samen met Francis Bergèse, Raoul Cauvin, Guy Bollen of Lucien De Gieter.

Berck ging in 1994 met pensioen. Zijn tekenstijl lag dicht bij die van Jean-Pol, zodat hij de reeks “Sammy” kon overnemen.

Berck werd geboren in Leuven op 3 mei 1929 en stierf er op 27 december 2020.

In memoriam: René “Ref” Follet (1931-2020)

ren-follet

Ref werd wel eens de beroemdste onbekende tekenaar van het weekblad Tintin/Kuifje genoemd.

Hij was pas 14 jaar oud toen hij een reeks illustraties maakte voor Schatteneiland van Robert Louis Stevenson, die toen als kleurenillustraties in de verpakking van chocoladerepen werden uitgegeven in de reeks La bibliothèque du chocolat Aiglon. Hij begon toen al tijdschriftartikelen te illustreren.

Hij tekende in die tijd ook voor Plein Jeu, een tijdschrift van de Belgische scouts, waarin talrijke bekende namen debuteerden: Franquin, Mitacq, Peyo, Will.

Hij werkte ook voor Scouts de France. In 1956 illustreerde hij onder de naam Ref verschillende artikelen voor Loi scoute, en een kalender voor de Scouts Baden-Powell de Belgique.

Zijn werk voor de reeks De spannende verhalen van Oom Wim voor Spirou/Robbedoes vanaf 1951 was een belangrijke stap voorwaarts. Hij tekende daarna voor Tilleux. In 1977 werkte hij zelfs mee aan de Trombone illustrée.

Belangrijke reeksen waaraan hij meewerkte waren Jan Kordaat, De avonturen van Edmund Bell, De zingari en Joris Jaspers.

Hij tekende strips voor Vance: Bob Morane, Bruno Brazil en Bruce J. Hawker en hielp mee aan de eerste twee afleveringen van Marshall Blueberry.

In het begin van de jaren 2000 schiep hij samen met Duchâteau de tweedelige reeks Terreur, gebaseerd op het leven van Mme. Tussaud, en later werkte hij samen met de auteur Rodolphe om terug te keren naar Robert Louis Stevenson met Stevenson, le pirate intérieur.

Follet won de Grand Prix van de Chambre Belge des experts en bande dessinées (CBEBD) voor Terreur in 2003, en hij kreeg de ereprijs van het Huy Comics Festival in 2005.

Hij werd geboren in Sint-Lambrechts-Woluwe (België) op 10 april 1931, en stierf op 88-jarige leeftijd op 14 maart 2020 in Brussel (België).

 

In memoriam: Claire Bretécher (1940-2020)

532px-claire_bretc3a9cher_en_1973_-_2

Op 10 februari 2020 overleed de Franse stripauteur Claire Bretécher.

In de Nederlanden werd ze bekend via Spirou/Robbedoes, waarin o.a. De Schipbreukelingen op scenario van Raoul Cauvin) verscheen.

Ze publiceerde er ook haar De Njaaja’s in, een strip die de jongere lezers totaal niet begrepen. Daardoor werd Claire Bretécher een pionier van de strip, omdat ze een van de eersten was die echt strips voor volwassenen bracht.

Een andere bekende reeks van haar is De Gefrustreerden.

Noodgedwongen was ze ook een pionier voor het zelf uitgeven van werk. Haar srips lagen moeilijk in de markt omdat het publiek er nog van uitging dat strips voor kinderen waren, terwijl haar beste werk niet voor die leeftijdscategorie is. Ze begon zelf uit te geven in 1975 en verkocht haar boeken later ook via een website.

Claire Bretécher werd geboren op 17 april 1940 te Nantes (Frankrijk) en stierf op 10 februari 2020 in Parijs.

In memoriam: Philippe “Tome” Vandevelde (1957-2019)

philippe-vandevelde-c2322ce6-3659-45be-9c85-01deac6836c-resize-750

Op 5 oktober 2019 overleed onverwachts Philippe Vandevelde, beter bekend als de stripscenarist Tome.

Misschien het merkwaardigste gebeuren in zijn leven is, dat hij strips leerde kennen toen hij op vijfjarige leeftijd een tijd blind was na een oogoperatie, en er hem enkele stripalbums werden opgelezen.

Samen met Jean-Richard “Janry” Geurts en Stéphane “Stuf” De Becker volgde hij avondlessen striptekenen. Tome begon dus wel degelijk ook als tekenaar, maar later koos hij definitief voor het schrijven van scenario’s. Hij heeft eigenlijk zijn hele leven met Janry en Stuf samengewerkt, en het overlijden van die laatste in 2015 was voor hem een zware klap.

Toen Janry assistent was van Luc “Dupa” Dupanloup voor de reeks Dommel, stelde Janry aan Tome voor om hem te vervangen omdat ze in een gelijkaardige stijl tekenden  Dupa gaf werk van Greg door aan Tome en Janry, waardoor Tome bijvoorbeeld decors van Olivier Blunder heeft getekend.

Tome en Janry werkten ook voor Philippe “Turk” Liégeois en Bob De Groot voor de reeks Robin Hoed, en in die periode koos Tome meer en meer voor het schrijven zelf.

Vanaf 1984 was Tome een van de scenaristen van de reeks De avonturen van Robbedoes en Kwabbernoot, waarop hij samen met Janry rond 1987 De kleine Robbe baseerde.

Tome werkte vanaf 1993 ook mee aan de gagreeks De tekenbende van de Mazda die in het stripblad Spirou/Robbedoes verscheen, en in album werd uitgegeven als De Mazdabende. Die reeks was losjes gebaseerd op een periode van ongeveer 10 maanden waarin de drie striptekenaars Marc Michetz, Bernard Hislaire en Christian Darasse samen een atelier hadden. Tome zelf was daar niet bij.

In 1986 bedacht hij samen met tekenaar Luc Warnant de politiereeks Soda, waaraan later ook Bruno Gazzotti Gazzo, Olivier Labalue en Dan Verlinden tekenden.

In 1990 publiceerde hij samen met Philippe Berthet Sur la route de Selma. en samen met Ralph Meyer maakte hij Hard tegen Hard.

Philippe “Tome” Vandevelde werd geboren op 24 februari 1957 in Brussel, en stierf daar in de nacht van 5 oktober 2019 op de leeftijd van 62 jaar aan een hartaanval.

13.100 euro voor Op het Eiland Amoras van Suske en Wiske

data47242101-e335c6

Het is niet de eerste keer dat we hier recordbedragen voor stripalbums of zelfs stukken van stripalbums vermelden.

Gewoonlijk is het werk van Hergé dat de bank doet springen, al duikt Franquin ook wel ’s op.

Maar deze keer is het Willy Vandersteen.

Veilinghuis Bernaers meldt dat op de veilingsite Catawiki 13.100 euro werd betaald voor een eerste druk van Op het eiland Amoras van de reeks Suske en Wiske. Voorlopig is het het hoogste bedrag ooit voor een album uit die reeks.

Het boek is van 1947 en heeft wel een kleurenkaft, maar binnenin is het nog niet in vierkleurendruk (zie onder). Er werden 5000 exemplaren van gedrukt. Ter vergelijking: op het hoogtepunt van het succes van de reeks, in de jaren 70, werden er honderdduizenden exemplaren van elk nieuw album verkocht. Die oude Suske en Wiskes zijn dus erg zeldzaam.

Nogal wat mensen denken dat ze waardevolle albums op zolder hebben liggen, maar die hoge prijzen worden alleen voor exemplaren in uitstekende staat van uitzonderlijke titels betaald. Deze Op het eiland Amoras voldeed aan beide voorwaarden: goede staat, goede kaft, kleurenpalet goed bewaard, nauwelijks gelezen en het eerste deel van zowat de belangrijkste stripreeks van Vlaanderen. Dergelijke boeken zijn uiterst zeldzaam.
Tegenwoordig wordt veel betaald voor oude stripalbums, maar als investering is het gevaarlijk. Het is net zoals kunstwerken: een meester die vandaag hoge prijzen haalt, is morgen misschien vergeten. De hoge prijzen worden voor een stuk ook verklaard door de uitzonderlijk lage rentevoeten op beleggingen met vaste voeten. Dan is een bijzonder stripalbum interessanter dan het geld laten ontwaarden op een spaarrekening.

Sommigen vermoeden dat er ook een generatie-effect speelt van babyboomers die hun collecties voltooien. Het is niet zeker of sommige van die collecties over een generatie of twee nog belangstelling krijgen, en minder bekende reeksen zullen worden verdrongen door jongere auteurs.

Niettemin zijn alle oude strips van 1940-1950 in goede staat zeer gevraagd, omdat ze de basis vormen van onze huidige stripcultuur: Hergé, Vandersteen, Marc Sleen en Robbedoes/Spirou zijn maar enkele namen.

Voor een zeldzaam exemplaar van het Kuifje-verhaal L’île noir werd twee jaar geleden al bijna 70.000 euro betaald, en onlangs bracht zelfs de Nederlandse versie van het Kuifje-album De zwarte rotsen 12.000 euro op.

Een ander monument dat het momenteel goed doet, is Blake en Mortimer van Edgar P. Jacobs. Doordat er nog altijd nieuwe albums van verschijnen, blijft de reeks actueel en blijft ze ook nieuwe liefhebbers aantrekken. Bovendien is Jacobs voor de klare lijn even belangrijk als Hergé. Jacobs ontwierp o.a. het kleurenpalet van Kuifje.

Hergé blijft een klasse apart. Begin dit jaar konden we al melden dat er 1,12 miljoen euro werd betaald voor een originele voorplaat van een Kuifje-album.

Maar het kan altijd beter. Een exemplaar van de eerste Superman Action Comic I uit 1938 haalde vijf jaar geleden 3,2 miljoen euro. Comics zijn door de films over de hele wereld bekend. De prijzen worden trouwens niet altijd door de liefhebbers betaald, maar soms door vakmensen die er na een promotie hun kantoor mee versieren.

69bafe50-bbd8-012f-578c-005056945a4e

Auto’s en strips: jeep

20190329JeepPenitentenstr3klein

Zoiets doet me altijd denken aan de Jeep in het album Avonturen van Robbedoes door Franquin en Jijé, waarin een Jeep een rol speelt.

Het verhaal werd kort na de Tweede Wereldoorlog gemaakt, en toen werd er overbodig geworden Amerikaans legermateriaal verkocht. Dat was het ontstaan van de “stock américain”, die je hier en daar nog vindt.

Jijé en Franquin staken er wat de draak mee, en voerden soldaten op die granaten en tanks verkochten op rommelmarkten. Het verhaal heette Robbedoes en het geprefabriceerde huis. Ook in Radar de robot dook een Jeep op.

De Jeep van de foto dateert van 1947, en is dus te jong om een achtergebleven voertuig uit WOII te zijn. Maar dat hij nu, anno 2019, nog altijd rijdt, is wonderlijk.

In memoriam: Jacques Sandron (1942-2019)

sandron_madamesansgene

En nog een overlijden. Deze keer van de minder bekende Jacques Sandron.

Jacques Sandron was medewerker van de drukkerij van Dupuis, en werkte samen met Raoul Cauvin aan twee stripreeksen: Slemper en Slof en het minder bekende Raf de postbode.

Aanvankelijk zou Sandron net als zijn vader mijnwerker zijn geworden, maar dat veranderde door de mijnramp in Marcinelle (België) in 1956, waarbij 268 doden vielen. Daardoor kwam hij in 1957 als leerjongen terecht bij drukkerij Dupuis, waar hij tot zijn pensioen bleef werken.

Na enkele mislukte pogingen als striptekenaar ontmoette hij Raoul Cauvin, en ze besloten samen aan Slemper en Slof te werken. De reeks ging over een huzaar en zijn paard tijdens de Napoleontische oorlogen. De verhalen verschenen in het stripweekblad Spirou/Robbedoes van 1975 tot 1986.

Sandrons tekenstijl is nerveus, gedetailleerd en emotioneel. Zelfs de paarden zijn geëmotioneerd. In zekere zin is het een verder doortrekken van de erg beweeglijke figuurtjes van Franquin, en Sandron was niet de enige die in zo’n richting werkte. Ook Bercovici (Vrouwen in ’t Wit) en Wasterlain (Dr. Zwitser, Sarah Spits) hadden dat kenmerk.

Toen uitgeverij Dupuis werd verkocht aan Albert Frère en Hachette werd Slemper en Slof stopgezet, omdat het succes ervan te klein was.

Samen met Cauvin begon hij aan een reeks voor het maandblad Je Bouquine van uitgeverij Bayard Presse over een postbode: Raphaël et les Timbrés (Raf de postbode) van 1986-1994. Terwijl Slemper en Slof korte verhalen en volledige lange albums van 44 pagina’s kende, was Raf de postbode beperkt tot gags van 2 platen. In 1989 en 1990 verzamelde Soleil ze in twee bundels. Sandron stopte met de reeks bij zijn pensionering in november 1994.

Hij leverde ook nog bijdragen aan Les Enquêtes de leurs Amis (Soleil, 1989). Dat was een collectief eerbetoon aan Guus Slim van Tillieux (of aan Tillieux van Guus Slim, het hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt.

Tijdens zijn pensioen illustreerde hij voor de Britse schoolboekenuitgever Nelson Thornes, en in 2006 werkten Sandron en Cauvin weer samen voor het korte verhaal S.P.A., dat in Spirou #3536 verscheen. In 2010 leverde Sandron een bijdrage voor Folklore Wallon en bulles, waarin Waalse volksverhalen in stripvorm werden gepubliceerd ter gelegenheid van een stripfestival in Seraing (België).

Jacques Sandron werd geboren op 2 mei 1942 in Le Lude (Frankrijk), en stierf op 18 februari 2019 in Luik (België).

Rode Neuzen-Robbedoes

 

43685-w360e

Er is een speciale Special te koop in de reeks Robbedoes Special waarvan de opbrengst naar de Rode Neuzen Dag gaat.
Ja, het is dus wel heel speciaal. :D

Het verhaal en de tekeningen zijn van het duo Charel Cambré en Marc Legendre, die ook de nevenreeks Robbedoes Special maken.

Het album kost vijf euro en de opbrengst gaat, na aftrek van de btw en de kosten, integraal naar Rode Neuzen Dag.

Het album bevat een dossier over Rode Neuzen Dag en over Robbedoes.

Het album is o.a. te koop in de Carrefour en in de Standaard Boekhandel of als e-strip op http://www.yieha.be.

De Rode Neuzen Dag is een organisatie die het taboe rond psychische problemen wil doorbreken en geld wil inzamelen voor een betere opvang en ondersteuning van de jeugd.

Nog een spin-off van de reeks Robbedoes

champignac

Het zat er al lang aan te komen, en het is eigenlijk zelfs geen nieuws meer voor wie Spirou leest: er komt een nevenreeks van Robbedoes over de Graaf van Rommelgem.

Er is er al een over Zwendel, die zelfs al twee delen heeft opgeleverd.

De Graaf is al minstens zestig jaar als Robbedoes en Kwabbernoot hem ontmoeten in “Er is een tovernaar in Rommelem”. Er is was dus ruimte voor een reeks over zijn jonge jaren, en die komt er nu.

De tekeningen zijn van David Etien, en het scenario van BéKa, een duo gevormd door Bertrand Escaich en Caronline Roque.