Dreigende jaargetijden

andreas_dreigende_jaargetijden

“Dreigende jaargetijden” is geen zuiver Andreas-album, omdat het scenario wel van hem is, maar de tekeningen van Berthet zijn.

Andreas schreef het voor uitgeverij Dupuis, die de verhalen eerst in Spirou/Robbedoes publiceerde, en in 1985 in het Nederlands als “Dreigende jaargetijden” en in het Frans als “Mortes Saisons” uitbracht.

Het is minder bekend werk van Andreas, en dat is jammer.

Het zijn twee aparte verhalen: “Winter 51” en “Zomer 60”. De verhalen hebben de tekenstijl gemeenschappelijk, en een zeker magisch-realisme, maar beide elementen zijn verschillend uitgewerkt.

“Winter 51” opent het album, en dompelt ons onder in een eerst vreemde sfeer, die langzamerhand lugubur wordt. Het einde roept nog meer vragen op dan het begin, wat het emotionele effect van het album alleen maar versterkt. We lezen hier een verhaal van een Andreas die met weinig middelen sterk bezig is, en de heldere tekenstijl zonder franjes van Berthet past uitstekend bij de ernst en bij de soberheid van het verhaal. Door de geheimzinnigheid ervan baadt het verhaal in een sfeer vergelijkbaar met die van de eerste Rork-verhalen.

“Zomer 60” moet je als lezer anders aanpakken. Als je het verhaal op dezelfde manier benadert als “Winter 51”, word je op het verkeerde been gezet, en ontsnapt het je. “Zomer 60” is geen vervolg op “Winter 51”. Berthet tekent met zijn fijne, realistische stijl een volwassen versie van Kuifjes “klare lijn”, maar aan sommige personages kun je merken dat het een humoristische variatie is van de ernstige stijl van “Winter 51”: de neuzen zijn al eens groter dan normaal. Ook het scenario is humoristischer, maar het blijft magisch-realistisch. De humor ontstaat door de absurditeit van de grotekse gebeurtenissen.

Het is een niet te missen album, maar de twee verhalen zijn onopvallend erg verschillend, waardoor sommige lezers niet goed weten wat ze ervan moeten denken. Als uitsmijter: “Winter 51” speelt zich af in 1951, het geboortejaar van Andreas.