Recensies uit SF-Gids: Cyrrus

cyrrus_arboris

CYRRUS door ANDREAS

(Arboris, Zelham Nederland 1987, 46 blz)

CYRRUS werd in 1983 door Andreas getekend, maar pas in 1987 door uitgeverij Arboris op de markt gebracht. Het is vergelijkbaar met DE GROT DER HERINNERING: een complexe structuur, waarin schijnbaar verschillende verhalen door elkaar verteld worden. De lezer moet wat denkwerk verrichten om het verhaal te reconstrueren, vooral omdat Andreas niet alleen flashbacks gebruikt, maar ook een tijdparadox. Herlezen is dus noodzakelijk, maar het prachtige en afwisselende tekenwerk zorgt ervoor dat de lezer het er voor over heeft. Erg doorzichtig is de plot niet, maar dat is precies het aantrekkelijke ervan. Andreas stapelt het ene raadsel op het andere. De lezer weet nooit wat hem overkomt en belandt in grote verwarring. Normaalgezien gooit hij dan vertwijfelt het werk aan de kant, maar Andreas voert de vaart van het verhaal op en houdt zo de aandacht vast.

Dat doet hij door twee verhaallijnen door elkaar te laten lopen: een zwart-wit en een ingekleurd. Het album opent en eindigt met een z/w-episode van 1 pagina met een gekleurd element. Dat wijst op de band tussen de twee lijnen. Aanvankelijk ligt de nadruk op de ingekleurde lijn, maar naarmate het boek vordert, worden de gekleurde episodes korter. Doordat de lijnen steeds sneller afwisselen, verhoogt het vertelritme. Daardoor valt de lezer als het ware naar het einde toe.

De kunst van Andreas in CYRRUS is dat hij van de lezer een inspanning vraagt en hem zover krijgt dat hij het doet. Hierin herkennen we de hand van de meester: de beschouwer van het kunstwerk inspanningen vragen, die de beschouwer wil leveren doordat hij zich voldoende beloond voelt. CYRRUS is knap werk van een tekendramaturg.

(Motsy Motte)

oorspronkelijk verschenen in “SF-Gids 135-136”, juli-augustus 1990, p. 71, redactie: Eddy C. Bertin, “Dunwhich House”, Maurits Sabbestraat 69, B-9050 Gentbrugge.

De reeks ‘Recensies uit SF-Gids’ brengt besprekingen die ik jaren geleden publiceerde in het maandblad “Sf-Gids” van de Gentse auteur en publicist Eddy C. Bertin. De recensies worden hier onveranderd opgenomen, behalve wat betreft de lay-out: er waren geen lege regels tussen de alinea’s, en we moesten sommige insprongen weglaten. De oospronkelijke recensies waren niet geïllustreerd.

Recensies uit SF-Gids: Raffington Event – Detective

raffington-event

RAFFINGTON EVENT – DETECTIVE door ANDREAS

(Lombard, Brussel 1989, 56 blz)

Val nu dood.

In SFG 84 scheef ik over DE GROT DER HERINNERING dat het tekenwerk in een overdreven karikaturale richting dreigde te evolueren. In 1988 verscheen een nieuwe aflevering van Rork, die de gevreesde evolutie niet doortrok.

In SFG 121 scheef ik dat STERRENLICHT door zijn structuur geen opeenvolging van hoogtepunten kon zijn zoals FRAGMENTEN/DOORGANGEN (SFG 78). Het nieuwste album van Andreas, RAFFINGTON EVENT – DETECTIVE, is een bundel. Over STERRENLICHT schreef ik dat overbodige extra platen beter achterwege bleven. De extra’s bij RAFFINGTON EVENT – DETECTIVE zijn niet overbodig.

Hoe krijgt Andreas het voor elkaar om zo op mijn kritieken te reageren? Bestaat er soms een para-psychische band tusen zijn brein en het mijne? Als ik nu schrijf dat de beste verhalen uit RAFFINGTON EVENT de grappig-sprookjesachtige zijn, zal de volgende aflevering dan uit niets anders bestaan? Afwachten.

De tekenstijl lijkt op Cossu’s jongste werk: op het eerste zicht simplistische, zwakke lijntjes, zonder details. Ook de inkleuring is eenvoudig: geen verglijdende kleurnuances. Cossu suggereert daarmee het afgrijselijke achter het ogenschijnlijk kinderachtige. Andreas slaagt daar niet zo goed.

Dat ook The Twilight Zone een inspiratiebron was, blijkt uit het geslaagde inleidende zwart-wit verhaal, dat het vooral van sfeer moet hebben. De sfeerverhalen blijven het sterkst overeind. Vanaf het moment dat gebeurtenissen of het idee belangrijk worden, zijn de stukjes te kort om de lezer iets te bieden. Er zijn ook teveel cliches: een man die in zijn droom dreigt te sterven, een vernield perpetuum mobile, een sekte die met parapsychische krachten een leefomgeving in stand houdt… We hebben dat al gelezen, en door de korte stukjes kan Andreas niets uitwerken of verrijken.

RAFFINGTON EVENT – DETECTIVE is weinig geslaagd. Andreas gaf zijn tekenwerk niet dezelfde insinuerende kracht als Cossu. Teveel verhalen steunen op cliches. Alleen als Andreas sfeer oproept, blijft het werk overeind.

(Motsy Motte)

oorspronkelijk verschenen in “SF-Gids 125”, september 1989, p. 34, redactie: Eddy C. Bertin, “Dunwhich House”, Maurits Sabbestraat 69, B-9219 Gentbrugge.

De reeks ‘Recensies uit SF-Gids’ brengt besprekingen die ik jaren geleden publiceerde in het maandblad “Sf-Gids” van de Gentse auteur en publicist Eddy C. Bertin. De recensies worden hier onveranderd opgenomen, behalve wat betreft de lay-out: er waren geen lege regels tussen de alinea’s, en we moesten sommige insprongen weglaten. De oospronkelijke recensies waren niet geïllustreerd.

Recensies uit SF-Gids: Rork – Sterrenlicht

rork-sterrenlicht

RORK – STERRENLICHT door ANDREAS

(Lombard, Brussel: 1988)

Dit is het verwachte vervolg op ‘RORK – HET KATHEDRALENKERKHOF’. De irriterende trekjes uit dat vorige album (zie SFG 118) zijn hier verdwenen. Bovendien is de ambiguïteit die Andreas’ ‘FRAGMENTEN’ en ‘DOORGANGEN’ kenmerkte (zie SFG 78) weer ingevoerd. Deze vroegere twee blijven de beste RORK albums doordat er zoveel meer in staat: door hun structuur zijn ze een opeenvolging van hoogtepunten en introducties van nieuwe elementen. In STERRENLICHT is dat niet het geval, wat echter meer een vaststelling is dan een kritiek. Wel kritiek is: zoals gewoonlijk werd het album uitgebreid met een aantal extra ongepubliceerde platen voorin. Alles wat daarin gezegd wordt, wordt echter in een innerlijke monoloog van Rork herhaald (op blz. 15), waardoor deze inlassing dus overbodig is. De lezer kan beter direct naar blz. 11 gaan, waar het verhaal feitelijk begint. STERRENLICHT valt dus wel mee, maar is beter genietbaar zonder de inleidende platen. Hoogtepunten van de RORK reeks blijven echter ‘FRAGMENTEN’ en ‘DOORGANGEN’, en globaal gezien is het beste van Andreas zijn ‘DE GROT DER HERINNERING’ (zie SFG 84).

(Motsy Motte)

oorspronkelijk verschenen in “SF-Gids 121”, mei 1989, p. 34, redactie: Eddy C. Bertin, “Dunwhich House”, Maurits Sabbestraat 69, B-9219 Gentbrugge.

De reeks ‘Recensies uit SF-Gids’ brengt besprekingen die ik jaren geleden publiceerde in het maandblad “Sf-Gids” van de Gentse auteur en publicist Eddy C. Bertin. De recensies worden hier onveranderd opgenomen, behalve wat betreft de lay-out: er waren geen lege regels tussen de alinea’s, en we moesten sommige insprongen weglaten. De oospronkelijke recensies waren niet geïllustreerd.

Recensies uit SF-Gids: Rork – Het kathedralenkerkhof

het-kathedralenkerkhof

Rork-Het Kathedralenkerkhof door Andreas

(Lombard, 1988, 56 blz)

Rork-Fragmenten en Rork-Doorgangen (zie SF-Gids 78, p17) van de tekenaar/scenarist Andreas hebben toch een vervolg gekregen: Rork-Het Kathedralenkerkhof. Andreas heeft daar genoeg aanwijzingen in gestopt om het vierde deel te laten verwachten. Vermoeelijk heeft hij toegegeven aan de druk van het lezerspubliek: Rork 1 en 2 waren een groot sukses, of dat zo was met het onafhankelijke album De Grot der Herinnering (zie SF-Gids 84, p 33) is zeer de vraag, want Mill -een ander onafhankelijk werk- werd niet eens in het Nederlands vertaald.

De eerste Rorks werden o.a. gekenmerkt door de persoonlijkheden, de levenskracht en de drang naar kennis. Deze elementen werkten vooral onderhuids. In Het Kathedralenkerkhof boort Andreas dezelfde motieven aan, maar explicieteert ze teveel, waardoor het allemaal een beetje bombastisch overkomt.

Wat deze keer aanwezig is, is een déjà-vu gevoel. Dat kan ook niet anders: een professor die met zijn zoon en assistente op ontdekkingsreis gaat, is een bekende combinatie; daarbij komt dat de zoon en de assistente op elkaar verliefd worden (hoezo, niet bekend?); en bovendien wordt wat dreiging toegevoegd met angstaanjagende indianen.

Wel blijkt dat Andreas zich goed gedocumenteerd heeft, zoals in De Grot der Herinnering, maar in dat album had hij de gegevens beter in het verhaal verwerkt: de achtergrond druppelt via het scenario binnen, zonder dat er veel expliciet moet naar voren gebracht worden. Het Kathedralenkerkhof daarentegen bevat teveel zuiver documentaire gedeeltes, die de loop van het verhaal onderbreken.
Positief is dat Andreas eens te meer een vernieuwing in de techniek heeft ingevoerd, zoals blijkt uit het uittreksel uit het dagboek van professor Wallace De Wolf -dat eigenlijk een strip is- en het verhaal dat Yosta vertelt -dat als het ware op perkament getekend is.

Andreas is er voorlopig niet in geslaagd om Rork in albumlengte te laten optreden. Het Kathedralenkerkhof wordt nog altijd overvleugeld door Fragmenten en Doorgangen -waarvan de scenario’s beter en de techniek afwisselender is- en De Grot der Herinnering -waarvan de techniek beter is en waarin de documentatie beter verwerkt is.

oorspronkelijk verschenen in “SF-Gids 118”, februari 1989, pp. 33-34, redactie: Eddy C. Bertin, “Dunwhich House”, Maurits Sabbestraat 69, B-9219 Gentbrugge.

De reeks ‘Recensies uit SF-Gids’ brengt besprekingen die ik jaren geleden publiceerde in het maandblad “Sf-Gids” van de Gentse auteur en publicist Eddy C. Bertin. De recensies worden hier onveranderd opgenomen, behalve wat betreft de lay-out: er waren geen lege regels tussen de alinea’s, en we moesten sommige insprongen weglaten. De oospronkelijke recensies waren niet geïllustreerd.

Recensies uit SF-Gids: De Grot der Herinnering

de-grot-der-herinnering

DE GROT DER HERINNERING Andreas

Lombard, harde kaft, 985, 56 blz,275 Fr.

Zoals zijn voorganger, het dubbelalbum RORK van Andreas, in de collectie ‘Verhalen en legenden’, is ook dit een op zichzelf staand verhaal en niet een deel van een serie. Het scenario steunt op het Keltische geloof in Bretagne, uit de tijd toen de druïden nog niet doorde Romeinen waren verdreven. De opeenstapeling vn symbolen en mysteries zorgt ervoor dat het dooréén lezing niet te begrijpen is, ondanks het voorwoord van Claudine Hémery, een prachtig stukje proza dat voorenige verduidelijking zorgt. Wat in het laatste album van RORK reeds merkbaar was, zet zich hier door. Alhoewel Andrea een realistische tekenstijl heeft, worden de gezichten hier bijna karikaturaal. Het is hem niet te doen om een getrouwe weergave van de werkelijkheid, hij poogt mooie tekeningen te maken. Houdingen van mensen en dieren zijn niet onnatuurlijk, ze staan in harmonie met de rest van de tekening, die op haar beurt weer past in de pagina als geheel. Deze vormt soms één enkele tekening, opgebouwd in verschillende fasen.

Toch levert dit album de voorafspiegeling van wat een fout kan worden. Het bijna-karikaturale is een deel van het aantrekkelijke van Andreas’ werk, maar als hij nog verder gaat kan dit vlug tot overdrijving leiden. Gelukkig heeft dit boek daar nog geen hinder van.

(Motz I. Motte)

oorspronkelijk verschenen in “SF-Gids 84”, april 1985, pp. 33-34, redactie: Eddy C. Bertin, “Dunwhich House”, Maurits Sabbestraat 69, B-9219 Gentbrugge.

De reeks ‘Recensies uit SF-Gids’ brengt besprekingen die ik jaren geleden publiceerde in het maandblad “Sf-Gids” van de Gentse auteur en publicist Eddy C. Bertin. De recensies worden hier onveranderd opgenomen, behalve wat betreft de lay-out: er waren geen lege regels tussen de alinea’s, en we moesten sommige insprongen weglaten. De oospronkelijke recensies waren niet geïllustreerd.

Recensies uit SF-Gids: Rork – Fragmenten & Rork – Doorgangen

Rork fragementenRork doorgangen

Rork door Andreas

Lombard uitgaven, gebonden, 1984, 2 delen; deel 1: Fragmenten, 55 blz, 275 Fr; deel 2: doorgangen, 50 blz, 295 Fr.

RORK verscheen oorspronkelijk per hoofdstuk in het weekblad Kuifje, zoals heel wat degelijke fantastische strips. Het verhaal telt 92 blz, en Lombard bracht het uit in twee albums, met een voorwoord van François Rivère. In FRAGMENTEN is de herkomst uit het weekblad nog te merken: de titels van de hoofdstukken zijn behouden, en de eerste verhalen staan onafhankelijk van elkaar. Vanaf het hoofdstuk ‘Fragmenten’ is er echter een grotere samenhang merkbaar. DOORGANGEN daarentegen is zeer coherent. Tijdens het lezen merkt men niet meer dat het om afzonderlijke verhalen gaat, maar ervaart men het album in één ruk van begin tot eind.

Andreas beheerst zijn pen. In DOORGANGEN bv. komen vijf bladzijden voor zonder ook maar één letter tekst. Desondanks kan de lezer het gebeuren moeiteloos volgen en ervaart hij de door de tekenaar beoogde spanning. RORK in zijn geheel is een intrigerende brok fantastische literatuur. Niet alle raadsels worden uit de doekjes gedaan. De lezer blijft met heel wat vragen zitten, maar precies daarin ligt de charme van RORK. Men dient het onverklaarbare niet te verklaren, dat zou het precies van zijn raadselachtigheid en charme ontdoen. Wie de albums aandachtig herleest, zal merken dat het begrip net aan de rand van het bewustzijn blijft zweven.

(Motz I. Motte)

oorspronkelijk verschenen in “SF-Gids 78”, oktober 1985, p. 17, redactie: Eddy C. Bertin, “Dunwhich House”, Maurits Sabbestraat 69, B-9219 Gentbrugge.

De reeks ‘Recensies uit SF-Gids’ brengt besprekingen die ik jaren geleden publiceerde in het maandblad “Sf-Gids” van de Gentse auteur en publicist Eddy C. Bertin. De recensies worden hier onveranderd opgenomen, behalve wat betreft de lay-out: er waren geen lege regels tussen de alinea’s, en we moesten sommige insprongen weglaten. De oospronkelijke recensies waren niet geïllustreerd.