Ce matin, onopgemerkt verhaal van Andreas

In 2018 verscheen er een weinig opgemerkte bijdrage van Andreas aan de reeks Réalités Obliques van Clarke.
In het derde deel, Recontres Obliques, was een van de verhalen op scenario van Andreas.
Dat blijkt uit de inhoudsopgave.
Daarin wordt een verhaal “Ce matin” vermeld, dat op pagina 81 tot en met 86 staat, op scenario van Andreas. Andere scenaristen zijn Raoul Cauvin en Aimée de Jongh.
Het is vermoedelijk een zwart-wit-album, en het telt 160 pagina’s. Uitgever is Le Lombard, het isbn 978-2-8036-7236-3.
Meer informatie.

In memoriam: Raoul Cauvin (1938-2021)

Persbericht van Uitgeverij Dupuis:

Het is met grote ontroering dat we u het overlijden van Raoul Cauvin op 19 augustus melden, een van de grootste mensen in de wereld van het stripverhaal.
We zijn met onze gedachten bij Marie-Jeanne, zijn echtgenote, en Eric en Isabelle, en natuurlijk de miljoenen lezers die houden van zijn grappen en komische situaties in al zijn gepubliceerde series.
We weten niet waarom men altijd zegt “duizend maal bedankt”.
Er is zeker nog duizend keer meer nodig om onze erkenning voor zijn werk uit te drukken.
Zeker als collega’s bij Uitgeverij Dupuis, maar ook en minstens evenveel als lezer.
Voor zijn verplichtingen, zijn trouw aan zijn mensen, aan zijn tekenaars, aan de ploeg te Marcinelle en aan het huis Dupuis.
Maar ook voor zijn trouw aan zijn lezers en lezeressen, omdat hij zo veel van zichzelf en van zijn creativiteit gaf om ze te doen lachen, dromen en reizen.
We prijzen ons gelukkig dat we prachtige momenten met hem hebben kunnen beleven en dat we nog altijd van het privilege genieten om de vruchten van zijn werk te kunnen blijven ontdekken.

Raoul Cauvin, Antoing, 26 september 193819 augustus 2021.

In memoriaum: Berck (1929-2020)

Striptekenaar Berck, vooral bekend van de vaak hertitelde reeks Sammy is op 91-jarige leeftijd overleden. Zijn echte naam was Arthur Berckmans.

Hij studeerde aan het Sint-Lucas-Instituut in Brussel en volgde anatomietekenen in Leuven. Toen hij 18 werd, kreeg hij een baan bij de jezuïeten in Leuven waar hij deeltijds illustraties leverde voor het religieuze magazine Pro Apostolis. Hij bewerkte er vooral biografieën van heiligen tot stripverhalen.


Acht jaar later begon hij voor de stripuitgeverij Le Lombard te werken waar hij illustraties voor het magazine Chez Nous leverde. Hij ontwierp ook reclametekeningen voor het reclamebureau Publiart.

In 1958 debuteerde hij in het weekblad Kuifje met de strip Pechvogel, op scenario van René Goscinny. In 1965 kreeg Goscinny het te druk met Asterix, en Acar nam de scenario’s van Pechvogel over, maar de serie werd twee jaar later gestopt.

In de verhalen die Breck zelf bedacht is de humor vaak wat wrang. Na Pechvogel creëerde hij een James Bond-pastiche, Ken Krom, maar moest deze reeks na protest van zijn uitgever laten vallen. Met Yves Duval als scenarist tekende hij de reeks Hansje, over een jonge tamboer ten tijde van Napoleon. Al heet de strip in het Frans Rataplan, ze heeft verder niets met de hond uit Lucky Luke te maken.

Samen met Leo Loedts maakte Berck onder het pseudoniem Studio Arle de stripreeks Wim en Eric: De Verdwenen Sloep (1965) en De Zwartepinken (1965-1972) in het blad Zonneland. De laatste strip was op scenario van Maurice Renders

In 1967 verliet Berck Kuifje. Bij Robbedoes tekende hij op scenario van Yvan Delporte en Raymond Macherot de reeks Kapitein Mulligan, over een sleepbootkapitein in het Amerika van de jaren ’20 tijdens de drooglegging.


Twee jaar later stelde Berck aan Raoul Cauvin voor om een detectivestrip te maken, en dat werd De lijfwachten, later Sammy, en nog enkele andere titels. Hoofdfiguren waren de kleine Sammy Day en de grote Jack Attaway, leider van een detectivebureau. In maart 1970 verscheen het eerste verhaal.

In Nederland publiceerde Berck De Donderpadjes en Lowietje, wat later ook in Spirou verscheen als Lou.


In Vlaanderen publiceerde hij samen met Daniël Jansens de dagelijkse strip Lombok in de Gazet van Antwerpen. Van 1972 tot 1974 bedacht hij de humoristische sciencefictionreeks Mischa voor de Duitse Rolf Kauka-studio’s in het magazine Primo, vaak samen met Francis Bergèse, Raoul Cauvin, Guy Bollen of Lucien De Gieter.

Berck ging in 1994 met pensioen. Zijn tekenstijl lag dicht bij die van Jean-Pol, zodat hij de reeks “Sammy” kon overnemen.

Berck werd geboren in Leuven op 3 mei 1929 en stierf er op 27 december 2020.

In memoriam: William Malik Tai (1948-2020)

Striptekenaar Malik is overleden tijdens een huisbrand.

Hij werd bekend in het stripweekblad Robbedoes/Spirou, dat vanaf 1971 tot 1988 zijn reeks Archie Cash publiceerde. Het hoofdpersonage was geportretteerd naar de acteur Charles Bronson. Hij werkte eraan samen met Jean-Marie Brouyère, Thierry Martens en Smit Le Bénédicte, de twee laatsten onder het pseudoniem Terence. “Archie Cash” was een hard-boiled avonturenreeks die begon in Zuid-Amerika en zich later afspeelde in het Verre Oosten.

Zijn realistische tekenstijl voor “Archie Cash” gebruikte hij ook voor het tweeluik Blue Bird ballade, over een stel jongeren in een wat verlopen Amerikaans stadje. Een van de nevenpersonages heeft hij achteraf detective-avonturen laten beleven.

Johnny Paraguay was een blonde variant van “Archie Cash”. Die laatste moest door zijn opname in Spirou/Robbedoes voor alle leeftijden geschikt zijn.

Het jaar dat hij stopte met “Archie Cash”, begon hij de humoristische reeks Cupido met scenarist Raoul Cauvin. De reeks liep tot in 2011.

Hij werd geboren in Parijs op 2 januari 1948 als William Tai, en bracht zijn jeugd door in Indo-China, daarna in België, waar hij studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten. Hij begon daarna met strips. Hij stierf op vrijdagmorgen 11 december 2020 nadat rond 6:30 een huisbrand was uitgebroken, in Huppaye (Ramilies, België). Hij was 72 jaar.

In memoriam: Claire Bretécher (1940-2020)

532px-claire_bretc3a9cher_en_1973_-_2

Op 10 februari 2020 overleed de Franse stripauteur Claire Bretécher.

In de Nederlanden werd ze bekend via Spirou/Robbedoes, waarin o.a. De Schipbreukelingen op scenario van Raoul Cauvin) verscheen.

Ze publiceerde er ook haar De Njaaja’s in, een strip die de jongere lezers totaal niet begrepen. Daardoor werd Claire Bretécher een pionier van de strip, omdat ze een van de eersten was die echt strips voor volwassenen bracht.

Een andere bekende reeks van haar is De Gefrustreerden.

Noodgedwongen was ze ook een pionier voor het zelf uitgeven van werk. Haar srips lagen moeilijk in de markt omdat het publiek er nog van uitging dat strips voor kinderen waren, terwijl haar beste werk niet voor die leeftijdscategorie is. Ze begon zelf uit te geven in 1975 en verkocht haar boeken later ook via een website.

Claire Bretécher werd geboren op 17 april 1940 te Nantes (Frankrijk) en stierf op 10 februari 2020 in Parijs.

In memoriam: Jacques Sandron (1942-2019)

sandron_madamesansgene

En nog een overlijden. Deze keer van de minder bekende Jacques Sandron.

Jacques Sandron was medewerker van de drukkerij van Dupuis, en werkte samen met Raoul Cauvin aan twee stripreeksen: Slemper en Slof en het minder bekende Raf de postbode.

Aanvankelijk zou Sandron net als zijn vader mijnwerker zijn geworden, maar dat veranderde door de mijnramp in Marcinelle (België) in 1956, waarbij 268 doden vielen. Daardoor kwam hij in 1957 als leerjongen terecht bij drukkerij Dupuis, waar hij tot zijn pensioen bleef werken.

Na enkele mislukte pogingen als striptekenaar ontmoette hij Raoul Cauvin, en ze besloten samen aan Slemper en Slof te werken. De reeks ging over een huzaar en zijn paard tijdens de Napoleontische oorlogen. De verhalen verschenen in het stripweekblad Spirou/Robbedoes van 1975 tot 1986.

Sandrons tekenstijl is nerveus, gedetailleerd en emotioneel. Zelfs de paarden zijn geëmotioneerd. In zekere zin is het een verder doortrekken van de erg beweeglijke figuurtjes van Franquin, en Sandron was niet de enige die in zo’n richting werkte. Ook Bercovici (Vrouwen in ’t Wit) en Wasterlain (Dr. Zwitser, Sarah Spits) hadden dat kenmerk.

Toen uitgeverij Dupuis werd verkocht aan Albert Frère en Hachette werd Slemper en Slof stopgezet, omdat het succes ervan te klein was.

Samen met Cauvin begon hij aan een reeks voor het maandblad Je Bouquine van uitgeverij Bayard Presse over een postbode: Raphaël et les Timbrés (Raf de postbode) van 1986-1994. Terwijl Slemper en Slof korte verhalen en volledige lange albums van 44 pagina’s kende, was Raf de postbode beperkt tot gags van 2 platen. In 1989 en 1990 verzamelde Soleil ze in twee bundels. Sandron stopte met de reeks bij zijn pensionering in november 1994.

Hij leverde ook nog bijdragen aan Les Enquêtes de leurs Amis (Soleil, 1989). Dat was een collectief eerbetoon aan Guus Slim van Tillieux (of aan Tillieux van Guus Slim, het hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt.

Tijdens zijn pensioen illustreerde hij voor de Britse schoolboekenuitgever Nelson Thornes, en in 2006 werkten Sandron en Cauvin weer samen voor het korte verhaal S.P.A., dat in Spirou #3536 verscheen. In 2010 leverde Sandron een bijdrage voor Folklore Wallon en bulles, waarin Waalse volksverhalen in stripvorm werden gepubliceerd ter gelegenheid van een stripfestival in Seraing (België).

Jacques Sandron werd geboren op 2 mei 1942 in Le Lude (Frankrijk), en stierf op 18 februari 2019 in Luik (België).