Film: “Alita: Battle Angel”

AlitaBA1VP

De première van Alita: Battle Angel was oorspronkelijk voorzien voor half 2018. Toen werd het uitgesteld naar eind 2018. Daarna naar februari 2019.

Omdat ze de bui hadden zien hangen.

Verfilmingen van manga en anime zijn namelijk een zekere gok: ze mislukken altijd. Gedeeltelijk omdat de bioscoopbezoekers onvoldoende vertrouwd zijn met de personages om het risico van een tegenvallende film (en een verloren toegangsprijs) te riskeren, en gedeeltelijk omdat de film soms tegenvalt.

Maar wat is een slechte film?

De verfilming van het rollenspel Dungeons & Dragons werd ook slecht onthaald, maar ik vond het best een geslaagde weergave van wat een D&D-rollenspel is, inclusief de NPC’s die allemaal flat zijn. De kijker kende het rollenspel niet genoeg om te begrijpen wat de filmmakers hadden gedaan: de ervaring van een D&D-rollenspel in een film gieten.

We moeten echter toegeven dat Ghost in the Shell tegenviel, vooral door de houterige dialogen. De scenaristen leken gewoon het lesboek te hebben gevolgd en ongeïnspireerd ingevuld. Ze hielden er wel rekening mee dat een personage iets moest weten, maar stonden er niet bij stil of een ander personage dat wel op zo’n manier op dat moment zou hebben gezegd. Wat zonde was van de plot, want die was best wel aardig. En nu vraag ik me nog altijd af of Scarlett Johanson wel kan acteren.

En Alita: Battle Angel is ook een manga-anime-verfilming. Zou ik de film dan wel gaan zien? Hij kon een goed verhaal opleveren, maar evengoed verdrinken in speciale effecten en vechtpartijen. En de manga telt aardig wat griezelige scènes. Zou dat wel te bekijken zijn?

Die vragen speelden in mijn hoofd vanaf het moment dat ik de eerste trailer zag. Sommige recensenten bleven maar hameren op de grote ogen van Alita. Ze vonden dat weird en ongemakkelijk. Maar ik was onder de indruk omdat de twee hoofdpersonen direct herkenbaar waren. En waarom zou een verder normaal ogend meisje weird zijn en mensen uit de bioscoop houden, terwijl al die superheldenfilms één grote freakshow zijn en tonnen geld opleveren?

Maar uiteindelijk ging ik toch bij de eerste gelegenheid kijken. Zonder veel te verwachten.

De film was eigenlijk een wensdroom van James Cameron. Hij had de rechten al jaren geleden gekocht, maar vond de tijd niet om de film te maken. Ondanks Titanic en Avatar houdt Cameron zich vooral bezig met Terminator en allerlei afleidingen ervan. En op een bepaald moment begon hij aan Avatar 2 en Avatar 3. En Avatar 4. En 5. Dus vond hij helemaal de tijd niet meer voor zijn troetelkind Alita.

Dat delegeerde hij aan Robert Rodriguez, bekend van Spy Kids en El Mariachi.

Maar dat was niet de reden dat de première nog minstens een half jaar werd uitgesteld. Na de vorige flops, vooral van Ghost in the Shell, en waarschijnlijk meer marktonderzoek dan we beseffen, vreesden ze een financiële kater. De film kostte tussen 170 en 200 miljoen dollar, zonder reclamekosten. En James Cameron was niet zo agressief als Luc Besson in 2017, die met Valerian and the City of a Thousand Planets alle waarschuwingen negeerde en grote concurrenten zoals War for the Planet of the Apes, Dunkirk en Spider-Man: Homecoming full frontal aanviel. En verloor. Honderden miljoenen. En een reputatie.

Alita: Battle Angel is gebaseerd op de manga Battle Angel: Alita. Let op het kleine verschil tussen de manga- en de filmtitel. Dat gebeurt meer bij Japanse franchises. Daarmee wordt het onderscheid gemaakt tussen al die mediavarianten, zoals light novels, manga, anime, live action-movies, enzovoort.

Dat de film 170 miljoen heeft gekost, zie je wel. Sommige recensenten zeggen wel eens dat hoge productiekosten worden bekendgemaakt als reclame voor de film. Anderen dat er maffiageld wordt witgewassen. Maar ik heb al genoeg films gezien en de kosten ervan bekeken om te weten dat het geen pr-leugentjes zijn. Alita: Battle Angel moet inderdaad een sloot geld hebben gekost.

En was het dat nu allemaal waard?

Tja, dat is natuurlijk de vraag van 170 miljoen. Moralisten zullen zeggen dat je met dat geld betere dingen kunt doen. De productiemaatschappij zal zeggen dat als ze er genoeg aan verdienen, het de investering waard was. Wie artistiek is aangelegd, zal zeggen dat je niet zo veel geld nodig hebt om een goeie film te maken. Laten we die discussie even negeren, en de film zelf eens bekijken.

Eerste opmerking: Alita: Battle Angel staat meestal in toptienlijsten van films die in 2019 zwaar verlies zullen lijden. In dat geval zullen we geen vervolg krijgen. En het is nochtans nodig, want het is duidelijk dat alleen ongeveer de eerste helft van de negen delen van de manga zijn verfilmd.

Wie de tweede helft wil kennen, kan gelukkig terecht bij de volledig vertaalde Nederlandse versie.

Uit de film blijkt in elk geval dat Rosa Salazar een uitstekende actrice is. Ze leeft zich zo goed in haar rol in, dat ze zelfs haar ogen groter heeft gemaakt en haar kaaklijn strakker getrokken! Haha. Als je in bijna elk beeldje motion capture nodig hebt om het gezicht van je belangrijkste acteur aan te passen, dan moet het wel duur worden. Het zal voor Salazar ook niet gemakkelijk zijn geweest om met die twee camera’s op haar kop rond te lopen.

Twee camera’s? Ja, want Cameron heeft er ook een 3D-versie van gemaakt, en net zoals bij Avatar doet hij dat met dubbele camera’s. Sommige 3D-films worden met enkelvoudige camera’s opgenomen, en achteraf met de computer bewerkt. Dat schijnt tamme resultaten op te leveren.

Ook “doc” of Dr. Dyson Ido is direct herkenbaar. Dat is sterk, want hij gebruikte geen motion capture. Wat me wel stoorde bij Ido, was dat Christoph Walz hem vooral in het begin wat saai neerzet. Zijn gelaatsuitdrukkingen beperken zich wat tot cynisch optrekken van de linkermondhoek. Maar dat is misleidend. De film begint als de dokter het hoofd van Alita vindt. Het duurt een tijdje voor het hoofdpersonage zelf handelend optreedt, en als de dokter te levendig zou zijn geweest, bestond het risico dat het publiek zijn verhaal zou hebben gevolgd, in plaats van dat van Alita. Ik vermoed dat daarom de eerste minuten wat aan de matte kant zijn.

De lelijke mannelijke assistent van de dokter werd vervangen door een zwarte vrouw, waarover een recensent opmerkte dat die eigenlijk niets zegt en zelfs niets doet. Fout. Je kunt aan haar stil spel merken dat ze weet waarom de dokter zijn robot Alita noemt, en ook dat ze het een probleem vindt.

Keean Johnson als Hugo doet zijn “aardige jongen waar het meisje wel wat in ziet”-ding, en er is niet echt iets op aan te merken. Ik ken die acteur trouwens helemaal niet.

Het verhaal bevat in elk geval stof. Het is evenwichtig verteld, en de vrees dat het zou verdrinken in actie en gore blijkt onterecht. De eerste minuten zijn wat tam, maar de film doet je meeleven met de personages. Officieel duurt hij 122 minuten, aftiteling inbegrepen. En hij verveelt niet. Dus wie beweert dat het een slechte film is, zal ook wel opstappen tijdens het eerste halve uur van een vertoning van 2001: A Space Oddysey.

Alita: Battle Angel is een boeiende film. Hij trekt hoogstens wat traag op gang. Het zou dus wel eens een sleeper hit kunnen worden zoals Serenity en Sunshine. Laten we het hopen. Want ik wil dat tweede deel zien.

vrijdag 1 februari – zondag 24 februari 2019

Alita1-9smal

Maankop: integraal

Maankop-INT1

Toen Maankop verscheen had het al direct een zware reputatie om te dragen, want het was de vrucht van twee getalenteerde en gewaardeerde ouders. Het verscheen bovendien in het stripblad (À suivre)/Wordt Vervolgd, dat ondertussen is verdwenen, maar dat furore maakte door vernieuwende strips te publiceren.

Scenarist Jodorowski bedacht een verhaal dat zich afspeelt op het eiland Damanuestra, waar de bevolking gebukt gaat onder het juk van een dictator en zijn vrouw. Tot overmaat van ramp wordt het eiland geteisterd door gigantische golven die niets heel laten op hun weg. Maar de golven lijken geen vat te hebben op één persoon: een man zonder stem of gezicht. De radeloze bevolking ziet in de golventemmer hun redder.

Aan het dramatische verhaal werd de indrukwekkende realitische tekenstijl van Boucq toegevoegd, wat leidde tot een ambitieus karakter dat ook wel eens historische feiten van de twintigste eeuw in herinnering brengt.

Het was de eerste samenwerking van François Boucq en Alejandro Jodorowsky, die het daarna zo’n twintig jaar met elkaar uithielden.

Maankop wordt in twee delen als integrale editie uitgebacht met een flink dossier door uitgeverij Blloan.

 

  • Maankop – Integraal 1
  • Auteurs: Jodorowsky, Boucq
  • Uitgeverij: Blloan
  • ISBN-nummer: 9789462106703
  • Cover: Hardcover
  • Taal: Nederlands
  • Pagina’s: 144
  • Winkelprijs: € 24.95 bij verschijnen

 

Sarah en Robin: Integraal

SarahRobin

Steven Dupré debuteerde in 1986 en werd in 1987 voltijds stripauteur.

Onder eigen naam werkte hij voor Standaard Uitgeverij aan de reeks Sarah en Robin. De avonturen verschenen in weekblad Suske en Wiske, de Stripkrant, Zonnestraal, Dauphin, Minitoe en Het Limburgs Dagblad. Er verschenen 5 albums in die reeks, en die worden nu door Saga uitgebracht in één deel met een geïllustreerd achtergronddossier van 48 pagina’s en met onuitgegeven voorstudies, schetsen, proefplaten en in album onuitgegeven strips.

Sarah is een meisje dat door haar fantasie vaak in conflict komt met haar vriendinnen. Haar leven verandert wanneer ze Robin leert kennen. Hij is namelijk onzichtbaar, behalve voor Sarah en haar opa Ivanhoe, die Robin bedacht heeft.

De integrale hardcover (ISBN 9789085525790) telt 288 pagina’s. Er is ook een luxeversie op 100 exemplaren.

Sarah & Robin

  1. De vriend van Ivanhoe (1996)
  2. Suzanna (1997)
  3. Zes weken (1998)
  4. Het dagboek (1999)
  5. Hersenspinsels (1999)

In memoriam: Jacques Sandron (1942-2019)

sandron_madamesansgene

En nog een overlijden. Deze keer van de minder bekende Jacques Sandron.

Jacques Sandron was medewerker van de drukkerij van Dupuis, en werkte samen met Raoul Cauvin aan twee stripreeksen: Slemper en Slof en het minder bekende Raf de postbode.

Aanvankelijk zou Sandron net als zijn vader mijnwerker zijn geworden, maar dat veranderde door de mijnramp in Marcinelle (België) in 1956, waarbij 268 doden vielen. Daardoor kwam hij in 1957 als leerjongen terecht bij drukkerij Dupuis, waar hij tot zijn pensioen bleef werken.

Na enkele mislukte pogingen als striptekenaar ontmoette hij Raoul Cauvin, en ze besloten samen aan Slemper en Slof te werken. De reeks ging over een huzaar en zijn paard tijdens de Napoleontische oorlogen. De verhalen verschenen in het stripweekblad Spirou/Robbedoes van 1975 tot 1986.

Sandrons tekenstijl is nerveus, gedetailleerd en emotioneel. Zelfs de paarden zijn geëmotioneerd. In zekere zin is het een verder doortrekken van de erg beweeglijke figuurtjes van Franquin, en Sandron was niet de enige die in zo’n richting werkte. Ook Bercovici (Vrouwen in ’t Wit) en Wasterlain (Dr. Zwitser, Sarah Spits) hadden dat kenmerk.

Toen uitgeverij Dupuis werd verkocht aan Albert Frère en Hachette werd Slemper en Slof stopgezet, omdat het succes ervan te klein was.

Samen met Cauvin begon hij aan een reeks voor het maandblad Je Bouquine van uitgeverij Bayard Presse over een postbode: Raphaël et les Timbrés (Raf de postbode) van 1986-1994. Terwijl Slemper en Slof korte verhalen en volledige lange albums van 44 pagina’s kende, was Raf de postbode beperkt tot gags van 2 platen. In 1989 en 1990 verzamelde Soleil ze in twee bundels. Sandron stopte met de reeks bij zijn pensionering in november 1994.

Hij leverde ook nog bijdragen aan Les Enquêtes de leurs Amis (Soleil, 1989). Dat was een collectief eerbetoon aan Guus Slim van Tillieux (of aan Tillieux van Guus Slim, het hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt.

Tijdens zijn pensioen illustreerde hij voor de Britse schoolboekenuitgever Nelson Thornes, en in 2006 werkten Sandron en Cauvin weer samen voor het korte verhaal S.P.A., dat in Spirou #3536 verscheen. In 2010 leverde Sandron een bijdrage voor Folklore Wallon en bulles, waarin Waalse volksverhalen in stripvorm werden gepubliceerd ter gelegenheid van een stripfestival in Seraing (België).

Jacques Sandron werd geboren op 2 mei 1942 in Le Lude (Frankrijk), en stierf op 18 februari 2019 in Luik (België).

In memoriam: Claude Renard (1946-2019)

RENARD-03

Claude “Clo-clo” Renard (Boussu (België), 12 augustus 1946 – 17 februari 2019) is een Belgische tekenleraar, illustrator, scenograaf en regisseur, maar hij werd ook bekend doordat hij vier stripalbums tekende. Twee ervan maakte hij samen met zijn leerling François “De duistere steden” Schuiten.

Een van die albums, Aux médianes de Cymbiola (1980) won de Grand Prix Saint-Michel van 1981. Het andere was Le Rail in 1982.

Met het eerste deel van zijn reeks Ivan Casablanca, nl. L’Evasion d’Ivan Casablanca, won hij ook de Grand Prix Saint-Michel van 1984. Het tweede deel heette Le Rendez-vous d’Angkor, dat hij samen met J.C. Fromental maakte, en dat pas in 1986 verscheen.

Renards tekenstijl wordt vooral gekenmerkt door een nauwgezet en gedetailleerd realisme. Voor een striptekenaar is zulk detaillisme een rem op de snelheid, wat gedeeltelijk verklaart waarom hij maar vier albums tekende. Hij deed er zes jaar over, wat aan de trage kant is voor een degelijk inkomen.

Is Kuifje bij de tijd?

KuifjeHorlogeVerafStuk

We weten niet of Kuifje nog bij de tijd is. Het laatste album is tenslotte van 1975, en Hergé stierf in 1983.

Maar je kunt er wel de tijd mee bijhouden.

Er is een reeks horloges verschenen met afbeeldingen uit Kuifje. Die met het hoofdpersonage uit Raket naar de Maan en Mannen op de Maan vinden wij het meest geslaagd. De sterretjes op de wijzerplaat lichten op in het donker, en de aardbol draait mee met de plaat. Maar het zijn allemaal hebbedingetjes, en heel gevaarlijk voor mensen met verzamelaarsgenen.

De prijzen variëren van ongeveer 80 tot 140 euro.

Maar om helemaal eerlijk te zijn, zouden wij toch liever een van die beeldjes rechtsonder hebben. 🙂

KuifjeHorlogeCloseUp

 

Nieuwe Europese regels voor auteursrecht

copyright-c-thinkstock

Dat Europa niets zou bereiken is nogal overdreven. De Europese Commissie, het Europese Parlement en de lidstaten van de Europese Unie konden op 13 februari 2019 een akkoord bereiken over een ontwerprichtlijn om de auteursrechten aan te passen aan het digitale tijdperk.

Over die en gelijkaardige richtlijnen en wetten is al veel geschreven, en over deze nieuwe reïncarnatie werd lang en hard onderhandeld. Er staan immers veel belangen op het spel.

Enerzijds willen de auteurs vergoed worden voor hun werk, maar anderzijds zijn enkele grote internationale bedrijven, meestal Amerikaanse multinationals, groot geworden doordat ze zich niet erg bekommerden om auteursrechten. Dat waren o.a. Google, maar ook Amazon probeert vaak uitgevers en via hen auteurs onder druk te zetten om zo goedkoop mogelijk e-books te leveren.

Toegegeven, de tekst moet eerst nog op 15 april 2019 tijdens de plenaire vergadering door het Europese Parlement worden goedgekeurd, en daarna moet de Europese Raad, die bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, nog een definitieve goedkeuring geven.

Het is dus zeker nog niet “binnen”, maar als de drie belangrijkste organen van de Europese Unie het al eens werden, kan er niet echt veel meer mislopen.

De ontwerprichtlijn creëert een naburig recht. Dat is een aanvullende vergoeding voor de auteurs. Over de details moet wel nog met de internetbedrijven worden onderhandeld, maar het wordt beschouwd als een overwinning voor de Europese mediabedrijven. Zij klagen al jaren dat hun de kaas van het brood wordt gegeten doordat digitale platformen zoals Google en Facebook miljarden aan reclamegeld ontvangen door de inhoud die de mediabedrijven maken, en die niet door die platformen werd gemaakt. De vergoeding wordt wel eens de “linktaks” genoemd. Google vreest daardoor extra kosten voor bijv. Google Search en vooral Google News, waar ze nu reclame plaatsen rond artikelen die eigenlijk door anderen op internet zijn gezet.

Misschien nog belangrijker is dat er ook een verplichting komt om inhoud te filteren op mogelijke schendingen van auteursrechten vóór die op het internet wordt geplaatst. Het is nu al zo dat als je een filmpje op YouTube zet met muziek erbij, die muziek door YouTube wordt herkend en daardoor voorwaarden worden opgelegd aan de plaatser om die muziek te betalen. Meestal komt het erop neer dat de plaatser reclame bij het filmpje moet aanvaarden, en met die reclame-inkomsten worden de rechthebbenden betaald.

Of die bepaling bedrijven zoals Google en Facebook tot zware investeringen zal dwingen, is dus niet helemaal zeker. YouTube – eigendom van Google – heeft al een werkend systeem. Critici waarschuwen dat het ertoe kan leiden dat sommige inhoud gewoon niet meer op het internet kan worden gedeeld, maar dat lijkt mij vergezocht. De vrees bestaat dat de internetbedrijven hun filters zeer scherp afstellen om te vermijden dat ze aansprakelijk worden gesteld voor het uploaden van gekopieerde werken, maar de kans is groot dat ze dat doen om te “bewijzen” dat de nieuwe regels onwerkbaar zijn.

De grote internetbedrijven en socialemediabedrijven verdedigen zich vaak door te stellen dat dergelijke regels “onmogelijk” uit te voeren zijn, maar dat is eigenlijk onzin. De enige reden dat het onmogelijk zou zijn, is dat ze inhoud zo goedkoop mogelijk willen aanbieden, om de advertentieruimte eromheen zo goedkoop mogelijk te kunnen verkopen. Daardoor voeren ze brutaal concurrentie met de media die de inhoud creëren en betalen, terwijl die media inkomsten mislopen doordat de inhoud op een andere site verschijnt.

De bedrijven beweren ook dat het technisch niet haalbaar zou zijn, maar ook dat is een valse redenering. De traditionele mediabedrijven moeten immers ook copyrightwetgevingen naleven, en ze hadden oorspronkelijk niet eens informatica ter beschikking om de nodige controles uit te voeren. De bewering dat de wetgeving “onmogelijk” in te voeren zou zijn, is dus erg gechargeerd.

De details zijn nog niet allemaal bekend, o.a. omdat over sommige nog met de internetbedrijven moet worden onderhandeld. Maar de nieuwe wet zal waarschijnlijk wel duidelijkheid scheppen.

 

 

Chocolade Asterix-medaillons

op boeken

Leonidas heeft drie medaillons uitgebracht met figuurtjes van Asterix: eentje met Asterix zelf, een met Obelix, en een derde met Idefix.
Ze bestaan met zwarte, melk- en witte chocolade, elke met een pralinévulling met gepofte rijst, waardoor het extra krokant is.

Leonidas sloot enkele jaren geleden een overeenkomst met de rechtenhouders van Asterix, en brengt sindsdien regelmatig producten uit op basis van Asterix.

voorbeeld

Eerder hadden ze als sleutelhangers en gekleurde chocoladefiguurtjes met de drie hoofdpersoon.

Jommeke op ballet

5819_17118_jommeke_sc293a

Sinds de film Girl is iedereen aan het ballet, lijkt het wel.  Ook Jommeke moest eraan geloven.

Het nieuwe album Balletkoorts ligt in de winkel, maar behalve balletdanser is Jommeke vooral een wereldreiziger in hart en nieren. In één van zijn volgende avonturen trekt hij met Intersoc naar Wengen in Zwitserland.

Wie in november 2018 meedeed aan de grote Jommeke-wedstrijd Met Jommeke naar Zwitserland op de Boekenbeurs van Antwerpen, heeft ondertussen een e-mail gekregen met de elf winnaars. Zij ontvangen een reis of reischeque.

Het Journaal-anker Hanne Decoutere van de VRT kreeg een rolletje in het Jommeke-album Balletkoorts. “Ik ben heel trots op mijn stripfiguurtje”, zegt Hanne. “En dat ik de voorstelling van Het Zwanenmeer in Zonnedorp als uitsmijter van Het Journaal zou aanraden, klopt ook helemaal.”

Hier vind je een interview met Hanne Decoutere.

Doe je zelf ook ballet of ken jij een prima ballerina? Stuur dan een foto in balletkledij door naar Ballon Media op dit e-mail-adres en maak kans op een album Balletkoorts gesigneerd door Hanne Decoutere.

En om af te ronden:  “Het is geel en het zit op de bank. Wat is het? Een zitroen. ”
Dat is een van de meer dan 400 maffe raadsels in de boekjes Raadsels met Jommeke die binnenkort verschijnen.

Blake en Mortimer op het net

site_logo Na jarenlange omzwervingen op het wereldwijde web ontdekten we een club die helemaal aan Blake en Mortimer is gewijd.

Hij heet de Centaurclub, en combineert een website met een forum op https://www.centaurclub.com/

Ja, het is volledig in het Frans, maar wie graag de nieuwste informatie over het duo krijgt en met andere liefhebbers wil spreken, kunnen we de site aanbevelen.

Er staan al enkele voorstudies van het vervolg op De vallei der onsterfelijken op, zoals deze hieronder.

blake-mortimer-26-vallee_immortels-pl00-couverture-20190208t-centaurclub