In memoriam: Gommaar Timmermans (goT) 1930-2023

(c) foto: Michiel Hendryckx

Op 15 augustus 1930 gebeurde er niets bijzonders. Het was zelfs een erg alledaagse gebeurtenis, maar wel een van die voorvallen die voor de betrokkenen een grote impact hebben: er werd een zoon geboren in het gezin Timmermans, als 4e kind van Felix Timmermans en zijn vrouw Marieke Janssens. Gommaar werd toen de jongste broer van Lia, Clara en Tonet.

In Lier doorliep hij het lager onderwijs en de middelbare school.

Het werd allemaal wat aparter toen hij in 1950 in het Hoger Instituut voor Bouwkunde en Stedebouw te Antwerpen ging studeren. Niet iedereen doet dat, en hij werd binnenhuisarchitect, wat nog minder mensen doen. Tijdens zijn vrije uren volgde hij ook reclame en keramiek aan de Koninklijke Academie te Antwerpen, waardoor hij wat overeenkomsten begon te vertonen met Hergé, die ook in de reclame actief was.

Vanaf 1950 tot 1955 schurkte hij trouwens nog veel dichter bij Hergé aan, doordat zijn tekeningen werden gepubliceerd in jeugdbladen zoals “Kuifje” en “Ons Volkske”. Los van het feit dat Kuifje en Hergé vermelden altijd goed is voor wat extra hits op een website, is het ook gewoon echt gebeurd, en toont het dat Gommaar er blijkbaar niet voor voelde om spoorwegbruggen en snelwegviaducten te ontwerpen.

Hij kwam bij ‘Kuifje’ en ‘Ons Volkske’ terecht via Karel van Milleghem, hoofdredacteur en bevriend met Gommaars zussen. Hij schreef er verhalen voor, maar de tekeningen waren van Bob De Moor en zijn zus Tonet.

Vanaf 1957 werkte hij voor Uitgeverij Desclée De Brouwer te Brugge, en in dezelfde periode begon hij ook cartoons voor binnen- en buitenlandse bladen te tekenen.

Zijn eerste stripverhaal verscheen van 1960 tot 1965 in “De Bond”. Het was een korte humoristische strip van 4 vakjes.

In de daaropvolgende jaren leverde hij stopcomics en illustraties voor Patskrant, de kinderbijlage van de krant ‘De Standaard’. Die waren doorgaans erg sprookjesachtig en zaten vol losgeslagen fantasie: Fideel de Fluwelen Ridder, De Tweehoofdige Gevlekte Filodendron, Uit het dagboek van Pietje Pennewip, Arabella, de geleerde slak, Pepijn, Felix en Pepino, De drie musketiers en vooral De wonderwinkel: een verhaal in 25 afleveringen van 28 februari tot 3 september 1974.

Voor andere bladen voegde hij er nog de reeks Sylvester Beukenoot, en de reeks Gabriël Gagman aan toe. Er volgden nog ‘Het zondagskasteel’, ‘De Kip, De Keizer en de Tsaar’, ‘De Grote ballonreeks’ en De Nieuwe Ark.

In 1973 kreeg hij de referendumprijs van de Antwerpse boekenbeurs.

Het volgende jaar kreeg het kinderboek ‘De Kip, De Keizer en de Tsaar’ de ‘Provinciale Premie’.

In 1979 verscheen zijn Kinderboek ‘De wonderwinkel’, dat zijn bekendste werk werd, omdat er hetzelfde jaar een animatiefilm van werd gemaakt die op tv werd vertoond.

Door een hartaanval in 1982 stopte hij met tekenen en schrijven, maar na een herstelperiode herbegint hij met korte humoristische schetsen. Af en toe illustreerde hij ze zelf. In 1999 ging hij op pensioen. Hij overleed pas op zaterdag 13 mei 2023 toen hij 92 jaar oud was.

In memoriam Felix Thijssen (1933-2022)

Felix Thijssen is wel eens een van de meest ondergewaardeerde schrijvers van de Nederlanden genoemd, al kreeg hij wel enkele prijzen.

In 1999 was dat de Gouden Strop, een literatuurprijs voor de beste Nederlandse misdaadroman, en in 2006 de Diamanten Kogel, de Belgische equivalent ervan. Die prijzen waren voor respectievelijk Cleopatra en Het diepe water.

Hij begon onder de pseudoniemen Ruard Lanser en Philip van Akooy ruimteavonturen en jongensboeken te schrijven. Heel bekend werd de reeks Ruimteverkenner Mark Stevens, dat door de sf-hype van de jaren 1970 weer aandacht kreeg.

Later ging hij een meer psychologische toer op, maar hij verviel nooit in de ellenlange uitweidende psychologische romans die in de eerste helft van de 20e eeuw voor “literair” doorgingen. Meestal liftten zij echter slechts mee op de populariteit van de psycho-analyse die begon met Sigmund Freund, die achteraf als charlatan werd ontmaskerd.

Thijssens oeuvre kenmerkt zich ook doordat er weinig scherpe grenzen zijn tussen de verschillende genres die hij beoefende. Zoals je in Ruimteverkenner Mark Stevens de boeken ziet evolueren van jongensboeken naar volwassener materiaal, zie je later zijn sciencefiction evolueren naar de thrillers waarmee hij bekender werd.

Enkele van zijn scenario’s werden bewerkt voor tv, en zijn thriller Wildschut werd verfilmd.

Ondanks de kwaliteiten van Thijssens werk, werd hij nooit bij de grote schrijver gerekend, zoals gebeurde met bijvoorbeeld Hermans, Campert of Reve. Misschien kwam dat doordat hij vaak in Frankrijk woonde.

Daar is hij gestorven op 26 juli 2022 in Saint-Germain-de-Calberte, maar hij werd geboren in Rijswijk op 24 november 1933.

Kazuki Takahashi, tekenaar van Yu-Gi-Oh! dood gevonden (1963-2022)

Kazuki Takahashi van Yu-Gi-Oh! is als 60-jarige levenloos in zee gevonden. Hij stief woensdag, 6 juli 2022.

Van Yu-Gi-Oh! verschenen ook 24 afleveringen in het Nederlands

Zijn lichaam werd in zee gevonden bij de Japanse stad Nago, op het zuidelijke eiland Okinawa. Hij had een snorkeluitrusting bij zich. De politie doet onderzoek naar zijn overlijden.

Hij werd geboren in 1963 in Tokyo. Hij was een ziekelijk kind, waardoor hij in bed veel anime zag. Begin jaren 1980 startte hij als professioneel mangaka, maar brak pas eind jaren 1990 internationaal door met Yu-Gi-Oh!

Er volgden tekenfilms, een kaartspel en nog wat andere afgeleide producten.

In 2015 kreeg Takahashi nog de Inkpot Award van Comic-Con International in Amerika.

In memoriam: Remco Campert (1929-2022)

Vandaag, maandag 4 juli 2022, overleed de auteur Remco Campert. Hij was een veelzijdig auteur die zowel romans als verhalen en columns en poëzie schreef. Hij was ook erg productief. Er was wel eens een jaartje zonder uitgave, maar vaak waren er twee en soms zelfs drie publicaties in één jaar tijd.

In 2015 ontving hij de Prijs der Nederlandse Letteren.

Dat was trouwens niet zijn enige prijs. Hier volgt een tamelijk volledige lijst:

1953 – Reina Prinsen Geerligsprijs voor Berchtesgaden
1955 – Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam voor Gedicht met een moraal
1956 – Jan Campert-prijs voor Met man en muis en Het huis waarin ik woonde
1958 – Anne Frank-prijs voor Vogels vliegen toch
1959 – Prozaprijs van de gemeente Amsterdam voor De jongen met het mes
1960 – Prijs van de Amsterdamse Kunstraad voor De jongen met het mes
1976 – P.C. Hooft-prijs voor zijn poëtisch oeuvre
1987 – Cestoda-prijs
2011 – Gouden Ganzenveer
2014 – Gouden Schrijfmachine
2015 – Prijs der Nederlandse Letteren
2018 – Akademie van Kunstenpenning van de KNAW

Hij was tot op hoge leeftijd actief. Zijn laatste werk was een poêziebundel, Mijn dood en ik, in 2019.

Remco Campert werd op 28 juli 1929 geboren in ‘s-Gravenhage als zoon van de Nederlandse schrijver Jan Campert (15 augustus 1902 – 12 januari 1943 in een concentratiekamp) en de Nederlandse actrice Wilhelmina Joekie Broedelet (4 oktober 1903 – 3 juli 1996).

Een anekdote, vandaag gebeurd:

In de boekhandel zei ik aan de nieuwe dat Remco Campert was gestorven. Ze hoorde het in Keulen donderen. Wist totaal niet wie Remco Campert was. Ze probeerde haar gezicht te redden door de indruk te geven dat ze er wel al eens van had gehoord, maar dat was niet waar. Ze kende hem totaal niet. Dan vraag ik me toch af wat dat mens daar staat te doen.

In memoriam: Raoul Cauvin (1938-2021)

Persbericht van Uitgeverij Dupuis:

Het is met grote ontroering dat we u het overlijden van Raoul Cauvin op 19 augustus melden, een van de grootste mensen in de wereld van het stripverhaal.
We zijn met onze gedachten bij Marie-Jeanne, zijn echtgenote, en Eric en Isabelle, en natuurlijk de miljoenen lezers die houden van zijn grappen en komische situaties in al zijn gepubliceerde series.
We weten niet waarom men altijd zegt “duizend maal bedankt”.
Er is zeker nog duizend keer meer nodig om onze erkenning voor zijn werk uit te drukken.
Zeker als collega’s bij Uitgeverij Dupuis, maar ook en minstens evenveel als lezer.
Voor zijn verplichtingen, zijn trouw aan zijn mensen, aan zijn tekenaars, aan de ploeg te Marcinelle en aan het huis Dupuis.
Maar ook voor zijn trouw aan zijn lezers en lezeressen, omdat hij zo veel van zichzelf en van zijn creativiteit gaf om ze te doen lachen, dromen en reizen.
We prijzen ons gelukkig dat we prachtige momenten met hem hebben kunnen beleven en dat we nog altijd van het privilege genieten om de vruchten van zijn werk te kunnen blijven ontdekken.

Raoul Cauvin, Antoing, 26 september 193819 augustus 2021.

In memoriam: Henri Vernes (1918-2021)

Henri Vernes, in werkelijkheid hetende Charles-Henri Dewisme, maar ook bekend als : Jacques Colombo, Robert Davids, Duchess Holiday, C. Reynes, Jacques Seyr, Lew Shannon, Cal W. Bogar, Gaston Bogart, Pat Richmond en Ray Stevens, debuteerde pas in 1944, toen hij al 26 jaar oud was. Echt oud is het niet, maar voor een debuut is het ook niet bijzonder jong.


Zijn eerste Bob Morane verscheen zelfs pas in 1953, toen hij al 35 jaar oud was. Vernes werd echter 102 en heeft de tijd goed gebruikt: alleen al over Bob Morane schreef hij 207 romans en 32 novellen. 87 daarvan werden bewerkt tot stripverhalen.

Bob Morane werd snel zijn meest succesvolle creatie. Al in 1960 was er een film. Er kwam een televisieserie en een animatiereeks.

Een eerste poging om de stripreeks nieuw leven in te blazen leverde twee albums op in 2015-2016, maar mislukte. De redenen zijn onduidelijk. Er is wel bekend dat Vernes helemaal niet tevreden was over het scenario van het deel uit 2016, maar de tekeningen daarvan vielen ook tegen. Het was in 2015 nochtans goed begonnen.

In september 2021 zou echter een nieuwe reeks komen. De scenaristen zijn Christophe Bec en Eric Corbeyran, en de tekenaar Paolo Grella. Henri Vernes zou over die versie wel tevreden zijn geweest, en er zelfs nog een voorwoord voor hebben geschreven.

Bob Morane is opgezet voor een jeugdreeks van uitgeverij Marabout als een avonturier, gedeeltelijk bestrijder van onrecht, gedeeltelijk geheim agent. Het personage evolueerde en beleefde steeds ingewikkelder avonturen. Tijdens exotische reizen werden spionage en klassieke avonturen gemengd. Vernes voegde er al gauw sciencefictionthema’s bij onder invloed van een vriend, Bernard Heuvelmans, de vader van de cryptozoölogie.

Vernes was zelf avontuurlijk aangelegd. Toen hij 19 jaar oude was, in 1937, gaf hij zijn studies op en scheepte met valse papieren in Marseille in om samen met een vriend naar China te trekken. Daar verbleef hij een half jaar. Teruggekomen zou hij voor de Belgische geheime dienst hebben gewerkt, daarna tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de Britse, zodat hij uiteindelijk bij het verzet belandde. Tijdens de oorlog debuteerde hij met zijn roman La Porte ouverte onder zijn echte naam.

Met dat al zouden we vergeten dat hij onder zijn vele pseudoniemen nog heel wat andere boeken heeft geschreven, en talrijke journalistieke artikelen. Als Jacques Colombo schreef hij de reeks DON, iets tussen SAS en San-Antonio. Er zijn 11 pseudoniemen bekend, maar hij debuteerde onder zijn echte naam, en schreef in 2012 ook een autobiografie, Mémoires. Hij schreef nog minstens 20 andere romans dan Bob Moranes, maar een volledige lijst is moeilijk op te stellen. Hij schonk zijn archief aan Doornik (België), en dat telt minstens 700 stukken.

In 1999 werd hij door de Franse minister van cultuur Catherine Trautmann benoemd tot Officier in de orde van de kunsten en letteren (Officier dans l’Ordre des Arts et des Lettres).

De laatste tijd was Vernes blind. Hij werd geboren op 16 oktober 1918 in Ath (België), en stierf er op 25 juli 2021.

In memoriam: Kentaro Miura (1966-2021)

De Japanse stripauteur Kentaro Mirua is bij ons vooral bekend van de reeks Berserk.

Voor de liefhebbers: in het Japans schrijf je de naam als: 三浦 建太郎 (Miura Kentarō).

Zijn eerste manga, Miuranger, werd in een schoolpublicatie opgenomen toen hij pas tien jaar was, en hij breide de reeks tot wel veertig delen uit. Hij had het tekenvirus dus al vroeg te pakken.

Hij gebruikte voor de eerste keer Oost-Indische inkt voor zijn tweede manga, Ken e no michi (剣への道: De weg van het zwaard), eind de jaren zeventig.

In 1982 volgde hij lessen kunsten, en gaf hij samen met klasgenoten enkele boekjes uit.

Toen hij 18 was werkte hij korte tijd als assistant van George Morikawa, de auteur van Hajime no Ippo.

In 1985 diende hij Futatabi (再び) in om toegang te krijgen tot de kunstacademie van de Nihon Universiteit. Hij werd door dat werk in Weekly Shōnen Magazine als Beste Nieuwe Auteur vermeld. Zijn eerste reeks, Noa, verscheen in hetzelfde tijdschrift, maar was geen succes.

In 1988 werkte hij voor Buronson aan Orō (王狼, lit. “Koning van de wolven“), en publiceerde een voorloper van Berserk in Hakusensha’s Gekkan ComiComi. De 48-pagina’s haalden de tweede plaats in de 7e ComiComi’s Manga-School-prijs.

In 1989 begon de reeks Berserk in Hakusensha’s Monthly Animal House.

Berserk is in het Nederlands berserker. Het komt van het Oudnoors “berserkr”, dat “berenvel” betekent, en slaat op de kleding van de krijger. Berserkers stonden bekend om hun woeste, nietsontziende heftige gedrag op het slagveld. Naar het schijnt gebruikten ze medicijnen om een berserkerwoede op te wekken. De serie Berserk is ook erg brutaal. Ze speelt zich af in een fantasy-setting, en fysiek geweld speelt een grote rol, net als mensenoffers aan demonen. Door de erg gedetailleerd tekenstijl zijn er sterke horrorscènes.

Miura werkte ook aan andere strips, maar hij is het bekendst voor Berserk. Er werden animes op gebaseerd, games, beeldjes, actiefiguurtjes, sleutelringen en een kaartspel. Er verschenen ook enkele kunstboeken en ander extra materiaal.

In mei 2021 waren er over de hele wereld al meer dan 50 miljoen exemplaren van verkocht. De reeks verscheen ook in het Nederlands.

Kentaro Miura werd geboren op 11 juli 1966 in de prefectuur Chiba. Hij stierf op 6 mei 2021 aan een hartkwaal.

In memoriam: Michel Koeniguer (1971-2021)

Michel Koeniguer was zowel tekenaar als scenarist van stripverhalen. Hij werd pas in 1971 geboren en tekende in een realistische stijl die uitstekend paste bij de oorlogsverhalen die hij vertelde.

Hij maakte de trilogie Bushido (2002-2004). Daarna volgde Brooklyn 62nd (2005-2007). Hij specialiseerde zich geleidelijk in oorlogsseries, o.a. over de Iraakse oorlog (The Bridge), de oorlog in Vietnam (Bomb Road en Misty Mission) en de Tweede Wereldoorlog.

Daarvan werd o.a. Berlin sera notre tombeau (2019-2020) (Berlijn wordt ons graf) in het Nederlands vertaald.

Wat atypisch voor hem was Eightball Hunter (2010- ): een misdaaverhaal dat zich in Los Angeles afspeelt en waarin een Japanse en Colombiaanse bende bij een deal overvallen worden door de politie.

Michel Koeniguer werd geboren op 12 augustus 1971 en stierf door een hartaanval op 6 april 2021.

In memoriam: Claude Lacroix (1944-2021)

Bij ons was Claude Lacroix niet echt bekend, behalve als scenarist van de sf-reeks De Cyclus van Cyann, getekend door François Bourgeon, die hij in 1968 leerde kennen bij het stripblad Le Journal des Pieds Nickelés. Lacroix was ook zelf een begenadigd tekenaar die Bourgeon veel zelf getekende documentatie voor De Cyclus van Cyann stuurde.

Zijn eerste werk verscheen in L’Os à Moelle in 1964.


Lacroix publiceerde in onder andere Hara-Kiri, in modebladen zoals Elle en in het societymagazine Paris Match. Maar ook in Candide, Arts et Loisirs, Plexus, La Vie française en 60 Millions de Consommateurs. Hij was dus wel in de eerste plaats tekenaar, maar niet in de eerste plaats striptekenaar.

Als stripauteur begon hij met bijdragen voor Les Pieds Nickelés en Lisette, waarvoor hij de reeks Farfelune schiep

In 1974 begon hij zelfs als bedenker van strategiespellen. Ze verschenen in diverse gespecialiseerde bladen, waaronder Jeux et Stratégie, maar ook in Le Journal de Mickey. Andere tijschriften die hem publiceerden waren Le Point en Science et Vie.

Het is dus in elk geval duidelijk dat Lacroix zeer actief was in de Franse tijdschriftenwereld, wat waarschijnlijk de reden is dat hij bij ons minder bekend is. Wel verschenen De Cyclus van Cyann en Yann de Zwerver in het Nederlands.

Hij illustreerde romans en tekende wetenschappelijke illustraties. Hij werkte voor de bladen Pilote, Gomme, Formule 1, Okapi, Je Bouquine en Métal Hurlant. veel onder invloed … van zijn vriend Moebius.

Onder het pseudoniem Tartempion maakte hij van 1979 tot 1982 L’homme au chapeau mou, en als Alias maakte hij Fariboles sidérales in 1979. In 2006 creëerde hij zelfs een strip over de Notre Dame van Parijs, samen met Serge Saint-Michel.

Vanaf 1987 ontwierp hij decors voor tekenfilmreeksen, o.a. naar stripreeksen zoals Papyrus en Cédric.

In 1988 stichtte hij samen met Régis Loisel en Pierre-Yves Gabrion het Atelier Bergame.

Claude Lacroix werd geboren in 1944 (volgens één bron op 1 januari) en overleed op 2 maart 2021 in Frankrijk aan een hersenaandoening.

In memoriam: Jean Graton (1923-2021)

De man die velen naar F1 lokte, Jean Graton, is overleden op 21 januari 2021.

Hij werd geboren in Nantes (Frankrijk), maar verhuisde na de Tweede Wereldoorlog naar Brussel (België), waar hij stripverhalen begon te tekenen.

Hij tekende eerst enkele afleveringen van De verhalen van Oom Wim voor het stripweekblad Spirou/Robbedoes, maar stapte daarna over naar LeLombard en hun weekblad Tintin/Kuifje.

Dat hij bekend werd door de racer Michel Vaillant is een beetje toevallig, want vóór hij in 1957 zijn legendarische autocoureur creëerde, maakte hij ook strips over andere sporten. Michel Vaillant is echter zijn grootste succes. Er zijn momenteel al meer dan 70 albums, een spin-off Nouvelle Saison (Nieuw seizoen), een tv-reeks, een animatie-reeks en een langspeelfilm.

Jeans vaders was een bestuurslid van een motorclub in Nantes, en naam de 14-jarige Graton mee naar de 24 uur van Le Mans. Na een teleurstellende ervaring op een scheepswerf besluit hij alleen nog te willen doen wat hij graag doet. Aangezien hij iets voor tekenen voelde, wou hij striptekenaar worden, en in die tijd was België het mekka van de strip. In 1947 trok Graton daarom naar Brussel.

Hij tekende reclamewerk, tot hij in 1949 bij het blad Les Sports geraakte, en nog eens twee jaar later kwam hij bij World’s Press. Zij leverden strips aan Dupuis, en daardoor kon Graton aflevering van De verhalen van Oom Wim tekenen.

Maar om zijn eigen verhalen te kunnen schrijven trok hij in 1953 naar LeLombard. Hij maakte voor hen zijn eerste strip over autoraces: La première ronde. De hoofdredacteur van Tintin/Kuifje stelde hem daarop voor om een racepiloot als held te ontwikkelen. En zo werd Michel Vaillant geboren. Vanaf 1957 verscheen Michel Vaillant in het blad.

Christian Denayer werd de eerste assistent van Graton, en dat was het begin van zijn studio. Diverse mensen hebben daar met hem gewerkt: Daniel Bouchez, Juan Castilla, Clovis, Jean-Luc Delvaux, Christian Lippens, Guillaume Lopez, Kamenica Nedzad, Christian Papazoglakis, Robert Paquet, Frédéric Pauwels, Paul Viseur en Scott Wood.

Hij tekende ook

  • De Labourdets, vanaf 1966, samen met zijn vrouw Francine Graton, familieverhalen die verschenen in Chez nous.
  • Julie Wood, vanaf 1976, over een motorrijdster
  • Michel Vaillant présente Palmarès inédit, meerdere delen volledige verhalen, waaronder L’inconnu du Tour de France, 12 verhalen over wielrennser die tussen 1954 en 1964 in Tintin/kuifje waren verschenen

In 1994 wordt zijn zoon Philippe Graton medewerker van de reeks.

In 2012 verschijnt de eerste aflevering van Michel Vaillant: Nouvelle Saison, getekend Philippe Graton en Denis Lapière. Daarmee keren de Gratons terug naar Dupuis.

Jean Graton werd geboren te Nantes (Frankrijk), op 10 augustus 1923, en overleed thuis te Brussel, België) op 21 januari 2021) op 97 jaar