Le prince blessé, door René Barjavel

Bespreking: Peter Motte, 600 woorden

Het is een bundel uit 1974, maar de korte inleiding vermeldt dat het een collectie is van zijn vroege werk. Het is dus best mogelijk dat het allemaal van voor 1970 is. Schrijvers kennende, zou het me echter verbazen als hij geen enkel verhaal ter gelegenheid van de bundeling wat had opgepoetst.

De bundel bevat de reeks “Les bêtes” (De beesten), die in totaal 7 stukjes bevat, van ongeveer 3 p’s lang.
Die tekstjes zijn over de hele bundel verspreid, tussen de andere verhalen, en werden cursief afgedruk.
Het zijn geen verhalen. Het beest uit de titel treedt soms pas helemaal op het einde op. De titels zijn dus nogal misleidend. Eigenlijk gaan de teksten helemaal niet over het beest in de titel. Er zit zowat geen verhaalverloop in. Het zijn vooral beschrijvingen van merkwaardige zaken. Je zou het prozagedichten kunnen noemen, maar als dat de bedoeling was, schiet René Barjavel toch te kort.
Het lijkt alsof hij dromen heeft beschreven. Ze zijn statisch, springen van het een op het ander, en bevatten een vreemde logica. Nou ja, logica…
Al bij al zijn ze de slechtste bijdragen uit de hele bundel. Ik vond ze gewoon saai.

Volgens het inleidinkje tot de bundel zijn alle verhalen van “Le prince blessé” oudere teksten, maar ik kan nergens aanwijzingen vinden over eerdere uitgaven.

De variatie is erg groot:
Het zijn korte verhalen of (mislukte?) prozagedichten. Er zitten een oriëntaals sprookje in (Le Prince blessé), stadsverhalen die zich in Parijs afspelen en die aan Baudelaire (Monsieur Lery, Monsieur Charton) doen denken, of die zich in een denkbeeldige stad afspelen (“Chussy” in Les Enfants de l’ombre), korte sf-verhalen (L’Homme fort, Béni soit l’atome) en fantasy-liefdesverhalen (Les mains d’Anicette, Péniche, La Fée et le Soldat) die ook een sterk sprookjeskarakter hebben.
De bundel vormt wel een aardig contrast met de eerste twee romans van Barjavel, en maken ook zijn pacifistische opvattingen duidelijker.

Het laatste verhaal, “Béni soit l’atome”, is sf. Er zitten stukken in die me deden denken aan de film The Matrix.

“Le Prince blessé” zelf vond ik best wel een aardig verhaal. Als alles hierin staat in de volgorde waarin het oorspronkelijk werd gepubliceerd, dan was Barjavel vanaf het begin een goede schrijver.

Ik kan nauwelijks een spoor vinden van de oorspronkelijke uitgavedatums.
Volgens lecassin op Babelio zouden “les enfants de l’ombre” en “la fée et le soldat” in 1946 zijn verschenen, respectievelijk bij Portulan en bij Ancolie, wat lecassin op 24 oktober 2016 vermeldde.

Barjavel is een merkwaardige auteur, omdat hij de neiging heeft dromerige ideeën te verwijven met brutale realiteiten. Je zou kunnen zeggen dat hij de schrijver van het verloren paradijs is. Daardoor doen zijn korte verhalen vaak sprookjesachtig aan.
Zijn visie op de mens is tamelijk negatief, waardoor zijn aanpak goed past bij de strips van Tardi. Net als Barjavel is hij pacifistisch en ergert hij zich aan de domheid van de mens die uitloopt in oorlogen.
Maar Barjavel pakt ook, net als Tardi, andere menselijke gebreken aan, zoals in “L’Homme fort”, waarin mensen wraak nemen op iemand die alleen maar goede bedoelingen had, maar die moest ondervinden dat zijn goed bedoelde daden nooit het gewenste effect hebben.

De bundel valt wat tegen, vooral door de saaie prozagedichten van “Les bêtes”. Ook Oscar Wilde en Paul van Ostaijen schreven prozagedichten, en ze hebben dezelfde problemen: te veel proza, te weinig gedicht.

De verhalen kunnen in het algemeen beter boeien, maar lijden wat onder het feit dat ze kort zijn, en daardoor soms niet meer dan wat vingeroefeningen lijken.

zondag 21 – vrijdag 26 april 2024              

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.