Het is een beetje gokken als ik schrijf dat de foto van vóór 1940 is, maar het is wel ondersteund: Spirou op groot formaat verdween tijdens de Tweede Wereldoorlog door de papierschaarste (en ook omdat de uitgeverij niet graag met de bezetter samenwerkte), en het ziet er een tamelijk zorgeloze omgeving uit. Die foto moet bijna van vóór mei 1940 zijn.
Er wordt wel eens gezegd dat er nu veel meer reclame is dan vroeger, maar dat is niet waar. Om te beginnen is alles relatief. Als er alleen maar kranten en tijdschriften bestaan, dan is dat gewoon alles wat je aan media te zien krijgt, en dan is reclame daarin gewoon het maximum aan reclame dat je kunt maken. En als dan iemand daarin reclame maakt, kun je er niet alleen omheen, het is ook de volle 100% aan media dat je te zien krijgt. En die overweldigende indruk daarvan, is dan even hoog als nu.
Maar er zijn natuurlijk altijd veel meer media geweest dan alleen maar kranten en tijdschriften, en van een daarvan zien we hierboven een voorbeeld: fysieke 3D-afbeeldingen van personages uit stripverhalen, in dit geval Yoko Tsuno die als volleerd fotomodel voor de autoverkoop leunt op een Citroën DS Break uitgerust als de tv-reportage-auto van het station RTN waar Ben Beeld en Pol Pola voor werkten. Niet Yoko. Ten minste niet aanvankelijk.
Bovenstaand beeldje is momenteel te zien in een tentoonstelling in Charleroi (België) over 100 jaar Uitgeverij Dupuis, waar niet alleen Spirou-Robbedoes ontstond, maar ook Humo, dat toen nog Humoradio heette (van Humor-radio).
De tentoonstelling is van 17-12-2022 tot en met 30-07-2023, in het Musée de Beaux-Arts, Ecuries Defeld, Boulevard Mayence 87, Charleori. De ingangsprijs is 5 euro. Meet info hier.
Striptekenaar Berck, vooral bekend van de vaak hertitelde reeks Sammy is op 91-jarige leeftijd overleden. Zijn echte naam was Arthur Berckmans.
Hij studeerde aan het Sint-Lucas-Instituut in Brussel en volgde anatomietekenen in Leuven. Toen hij 18 werd, kreeg hij een baan bij de jezuïeten in Leuven waar hij deeltijds illustraties leverde voor het religieuze magazine Pro Apostolis. Hij bewerkte er vooral biografieën van heiligen tot stripverhalen.
Acht jaar later begon hij voor de stripuitgeverij Le Lombard te werken waar hij illustraties voor het magazine Chez Nous leverde. Hij ontwierp ook reclametekeningen voor het reclamebureau Publiart.
In 1958 debuteerde hij in het weekblad Kuifje met de strip Pechvogel, op scenario van René Goscinny. In 1965 kreeg Goscinny het te druk met Asterix, en Acar nam de scenario’s van Pechvogel over, maar de serie werd twee jaar later gestopt.
In de verhalen die Breck zelf bedacht is de humor vaak wat wrang. Na Pechvogel creëerde hij een James Bond-pastiche, Ken Krom, maar moest deze reeks na protest van zijn uitgever laten vallen. Met Yves Duval als scenarist tekende hij de reeks Hansje, over een jonge tamboer ten tijde van Napoleon. Al heet de strip in het Frans Rataplan, ze heeft verder niets met de hond uit Lucky Luke te maken.
Samen met Leo Loedts maakte Berck onder het pseudoniem Studio Arle de stripreeks Wim en Eric: De Verdwenen Sloep (1965) en De Zwartepinken (1965-1972) in het blad Zonneland. De laatste strip was op scenario van Maurice Renders
In 1967 verliet Berck Kuifje. Bij Robbedoes tekende hij op scenario van Yvan Delporte en Raymond Macherot de reeks Kapitein Mulligan, over een sleepbootkapitein in het Amerika van de jaren ’20 tijdens de drooglegging.
Twee jaar later stelde Berck aan Raoul Cauvin voor om een detectivestrip te maken, en dat werd De lijfwachten, later Sammy, en nog enkele andere titels. Hoofdfiguren waren de kleine Sammy Day en de grote Jack Attaway, leider van een detectivebureau. In maart 1970 verscheen het eerste verhaal.
In Nederland publiceerde Berck De Donderpadjes en Lowietje, wat later ook in Spirou verscheen als Lou.
In Vlaanderen publiceerde hij samen met Daniël Jansens de dagelijkse strip Lombok in de Gazet van Antwerpen. Van 1972 tot 1974 bedacht hij de humoristische sciencefictionreeks Mischa voor de Duitse Rolf Kauka-studio’s in het magazine Primo, vaak samen met Francis Bergèse, Raoul Cauvin, Guy Bollen of Lucien De Gieter.
Berck ging in 1994 met pensioen. Zijn tekenstijl lag dicht bij die van Jean-Pol, zodat hij de reeks “Sammy” kon overnemen.
Berck werd geboren in Leuven op 3 mei 1929 en stierf er op 27 december 2020.
Ref werd wel eens de beroemdste onbekende tekenaar van het weekblad Tintin/Kuifje genoemd.
Hij was pas 14 jaar oud toen hij een reeks illustraties maakte voor Schatteneiland van Robert Louis Stevenson, die toen als kleurenillustraties in de verpakking van chocoladerepen werden uitgegeven in de reeks La bibliothèque du chocolat Aiglon. Hij begon toen al tijdschriftartikelen te illustreren.
Hij tekende in die tijd ook voor Plein Jeu, een tijdschrift van de Belgische scouts, waarin talrijke bekende namen debuteerden: Franquin, Mitacq, Peyo, Will.
Zijn werk voor de reeks De spannende verhalen van Oom Wim voor Spirou/Robbedoes vanaf 1951 was een belangrijke stap voorwaarts. Hij tekende daarna voor Tilleux. In 1977 werkte hij zelfs mee aan de Trombone illustrée.
Belangrijke reeksen waaraan hij meewerkte waren Jan Kordaat, De avonturen van Edmund Bell, De zingari en Joris Jaspers.
In het begin van de jaren 2000 schiep hij samen met Duchâteau de tweedelige reeks Terreur, gebaseerd op het leven van Mme. Tussaud, en later werkte hij samen met de auteur Rodolphe om terug te keren naar Robert Louis Stevenson met Stevenson, le pirate intérieur.
Follet won de Grand Prix van de Chambre Belge des experts en bande dessinées (CBEBD) voor Terreur in 2003, en hij kreeg de ereprijs van het Huy Comics Festival in 2005.
Hij werd geboren in Sint-Lambrechts-Woluwe (België) op 10 april 1931, en stierf op 88-jarige leeftijd op 14 maart 2020 in Brussel (België).
Op 10 februari 2020 overleed de Franse stripauteur Claire Bretécher.
In de Nederlanden werd ze bekend via Spirou/Robbedoes, waarin o.a. De Schipbreukelingen op scenario van Raoul Cauvin) verscheen.
Ze publiceerde er ook haar De Njaaja’s in, een strip die de jongere lezers totaal niet begrepen. Daardoor werd Claire Bretécher een pionier van de strip, omdat ze een van de eersten was die echt strips voor volwassenen bracht.
Een andere bekende reeks van haar is De Gefrustreerden.
Noodgedwongen was ze ook een pionier voor het zelf uitgeven van werk. Haar srips lagen moeilijk in de markt omdat het publiek er nog van uitging dat strips voor kinderen waren, terwijl haar beste werk niet voor die leeftijdscategorie is. Ze begon zelf uit te geven in 1975 en verkocht haar boeken later ook via een website.
Claire Bretécher werd geboren op 17 april 1940 te Nantes (Frankrijk) en stierf op 10 februari 2020 in Parijs.
En nog een overlijden. Deze keer van de minder bekende Jacques Sandron.
Jacques Sandron was medewerker van de drukkerij van Dupuis, en werkte samen met Raoul Cauvin aan twee stripreeksen: Slemper en Slof en het minder bekende Raf de postbode.
Aanvankelijk zou Sandron net als zijn vader mijnwerker zijn geworden, maar dat veranderde door de mijnramp in Marcinelle (België) in 1956, waarbij 268 doden vielen. Daardoor kwam hij in 1957 als leerjongen terecht bij drukkerij Dupuis, waar hij tot zijn pensioen bleef werken.
Na enkele mislukte pogingen als striptekenaar ontmoette hij Raoul Cauvin, en ze besloten samen aan Slemper en Slof te werken. De reeks ging over een huzaar en zijn paard tijdens de Napoleontische oorlogen. De verhalen verschenen in het stripweekblad Spirou/Robbedoes van 1975 tot 1986.
Sandrons tekenstijl is nerveus, gedetailleerd en emotioneel. Zelfs de paarden zijn geëmotioneerd. In zekere zin is het een verder doortrekken van de erg beweeglijke figuurtjes van Franquin, en Sandron was niet de enige die in zo’n richting werkte. Ook Bercovici (Vrouwen in ’t Wit) en Wasterlain (Dr. Zwitser, Sarah Spits) hadden dat kenmerk.
Toen uitgeverij Dupuis werd verkocht aan Albert Frère en Hachette werd Slemper en Slof stopgezet, omdat het succes ervan te klein was.
Samen met Cauvin begon hij aan een reeks voor het maandblad Je Bouquine van uitgeverij Bayard Presse over een postbode: Raphaël et les Timbrés (Raf de postbode) van 1986-1994. Terwijl Slemper en Slof korte verhalen en volledige lange albums van 44 pagina’s kende, was Raf de postbode beperkt tot gags van 2 platen. In 1989 en 1990 verzamelde Soleil ze in twee bundels. Sandron stopte met de reeks bij zijn pensionering in november 1994.
Hij leverde ook nog bijdragen aan Les Enquêtes de leurs Amis (Soleil, 1989). Dat was een collectief eerbetoon aan Guus Slim van Tillieux (of aan Tillieux van Guus Slim, het hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt.
Tijdens zijn pensioen illustreerde hij voor de Britse schoolboekenuitgever Nelson Thornes, en in 2006 werkten Sandron en Cauvin weer samen voor het korte verhaal S.P.A., dat in Spirou #3536 verscheen. In 2010 leverde Sandron een bijdrage voor Folklore Wallon en bulles, waarin Waalse volksverhalen in stripvorm werden gepubliceerd ter gelegenheid van een stripfestival in Seraing (België).
Jacques Sandron werd geboren op 2 mei 1942 in Le Lude (Frankrijk), en stierf op 18 februari 2019 in Luik (België).
Scoop: Spirou 4200 is een speciaal nummer over de rechten van de mens ter gelegenheid van de viering van het invoeren van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Tekenaars en scenaristen van Spirou en andere uitgevers hebben voor elk van de dertig artikelen van de verklaring een verhaaltje van een pagina geschreven.
De verklaring bestaat sinds 10 december 1948, en viert dti jaar de 70e verjaardag.
De speciale aflevering ligt vanaf 10 oktober 2018 in de winkel