Un animal doué de raison, Robert Merle

Bespreking: Peter Motte, 1350 woorden

“Un animal doué de raison” door Robert Merle gaat over een bioloog die onderzoek doet met dolfijnen (dat is dus het dier met rede uit de titel), maar het boek lijkt vooral te dienen om de redelijkheid van de dolfijnen te confronteren met de gebreken van de mensen. Het verscheen in het Nederlands als “Dolfijnen zijn betere mensen”. Het speelt zich af in de jaren 1970: van 28 maart 1970 tot 9 januari 1973, wat toen dus nog in de toekomst lag, maar nu al 50 jaar geleden is. Het boek is van 1967, maar de Nederlandse uitgave dateert van 1970.
Uit de inleiding blijkt dan ook dat Robert Merle zich wel wat vergist heeft in de mogelijke vooruitgang in het onderzoek van dolfijnen, maar ook in het karakter van dolfijnen: ze zijn niet zo vredelievend als hij denkt dat ze zijn. Lange tijd werd dolfijnen een hoge intelligentie toegeschreven door het gewicht van hun hersenen, maar later bleek dat een groot deel van dat gewicht moet worden toegeschreven aan cellen die dienen om die hersenen op temperatuur te houden. Een vergelijkbare fout werd gemaakt bij studies van zowel dolfijnen- als walvissengezang: de uitzonderlijke lengte en gevarieerdheid ervan blijkt vooral te bestaan uit herhaling van ander gezang, en is niet het gevolg van creativiteit of eigen communicatieve inbreng.
Merles boek werd verfilmd als “The Day of the Dolphin” (“Le jour du dauphin”) door Mike Nichols in 1973.
We blijven dus wat hangen in de jaren 1970, en dat blijkt ook uit de inhoud: er is een sterk pacifistische inslag, met verzet tegen de oorlog in Vietnam. Het personage Michael wil daar een sterk standpunt tegen innemen door zijn aanstelling als onderzoeker op te geven, waardoor hij in aanmerking komt voor een oproep voor Vietnam, maar dat weigert Michael, zodat hij als gewetensbezwaarde daartegen kan getuigen. Dat brengt de hoofdpersoon van het verhaal, dr. Sevilla, in een moeilijke positie, doordat deze laatste veel sympathie voor de dienstweigeraar heeft.

Robert Merle heeft zijn lange roman afwisseling gegeven door gevarieerde tekstsoorten: er zijn normale verhalende delen, maar ook geluidsopnamen in dialoogvorm vastgelegd in typoscripten, een lange dactylografie van gesproken observaties van het gedrag van de dolfijnen, een rapport gedicteerd door dr. Sevilla met een bespreking van de waarnemingen, een opname van de ondervraging van dr. Sevilla door Adams met daaraan toegevoegd de conclusies van Adams op basis van die ondervraging, er is ook wat briefwisseling, er is een uittreksel uit het dagboek van dr. Sevilla, een verslag van de persconferentie van dr. Sevilla waarop de twee dolfijnen aanwezig zijn en vragen beantwoorden van de journalisten, maar er zijn ook uittreksels van essays door de Joegoslavische filosoof Marco Llepovič (die regelmatig terugkomt) en die zijn ideeën verwoord over de manier waarop de Amerikanen reageren op de ontdekkingen en vorderingen van dr. Sevilla.

Al die waarnemingen leiden tot parallellismen: dr. Sevilla en zijn team observeren de dolfijnen en trekken daar conclusies uit, twee concurrerende geheime diensten observeren dr. Sevilla en zijn team en trekken daar conclusies uit, en buitenstaanders zoals de Joegoslavische filosoof Marco Llepovič observeren de Amerikanen en trekken daar conclusies uit. En verder zit iedereen zowat iedereen te observeren en er… conclusies uit te trekken, al dan niet gefundeerde. Want ook Maggie observeert en trekt conclusies, maar zij zinkt weg in een fantasiewereld en haar conclusies over de buitenwereld lijken nergens op, maar vertellen wel het een en ander over de innerlijke wereld van Maggie zelf. Het is daarbij vreemd dat zo’n nauwkeurig observator als dr. Sevilla nooit beseft dat wat hij met zijn favoriete dolfijnen Fa en Bi doet, al bij al niet zo veel verschilt van wat de geheime diensten met hem en zijn team doen, al is er wel een verschil in doel. Je kunt je wel eens afvragen of dr. Sevilla wel helemaal beseft waarmee hij bezig is, en de aanvankelijke onschuld van het verhaal, beloond door de populariteit en het financiële succes van de dokter en zijn dolfijnen, zinkt weg in de concurrentiestrijd door de tegengestelde opvattingen van Amerikaanse geheime diensten over wat goed is voor de Verenigde Staten.

Zeker een sterk punt van Merles boek is dat hij de consequenties doortrekt van de resultaten van dr. Servillas onderzoek: niet alleen door allerlei filosofen hun zegje te laten doen, maar ook door over de religieuze reacties te speculeren en over de politieke en zelfs internationaal-politieke en militair-strategische gevolgen na te denken. Daarin zien we duidelijk de invloed van de Koude Oorlog: elk wetenschappelijk en technologisch voordeel van een grootmacht leidt onmiddellijk tot verklaringen in verband met machtsevenwichten die al dan niet uit balans worden gebracht. Die stellingen komen naar voeren in citaten uit persartikelen en verklaringen van toppolitici.

De tekstsoorten helpen dus zeker om de reikwijdte van de gebeurtenissen te onderstrepen, maar spelen ook een belangrijke rol in de paranoïde sfeer die al vroeg in het boek binnendringt. En het doet ook de vraag rijzen of dr. Sevilla echt niet beseft dat zijn onschuldig ogend onderzoek naar dolfijnen toepassingen zou kunnen opleveren die niet helemaal met zijn opvattingen stroken, en al zeker niet met die van zijn favoriete medewerker Michael.

Maar de merkwaardigste tekstsoort is die waarin alleen de komma als leesteken wordt gebruikt.

Om een voorbeeld te geven: “quel âge avez-vous? Sevilla tourna la tête, cinquante-deux ans, il se sentit furieux, après coup, d’avoir répondu si docilement, on fait toujours trop de concessions aux gens au nom de la politesse, ils en profitent pour vous malmener, mon mari, dit Mrs. Jameson, est mort a cinquante-quatre ans, c’était un homme excellent, et nous formions, Dieu merci, un couple très uni, j’ai toujours eu un sens très strict de mes obligations mondaines et mon seul regret est de ne pas avoir assez joui de sa présence mais John partait très tôt le matin à l’usine en prenant soin de ne pas me réveiller, et le soir quand il rentrait, très tard, toujours très tard, le pauvre chéri, j’étais en général sortie,” (Un animal doué de raison, Robert Merle, p. 19, Gallimard, 1967, Collection Folio, 20 février 1972, dépôt légal:  1er trimestre 1972, n° d’édition: 16261)

Er komt geen enkele punt in die zin voor, en daardoor ook geen enkele hoofdletter. Zelfs als een nieuwe alinea wordt aangesneden, is er geen hoofdletter, en de vorige alinea eindigt ook met een komma in plaats van een punt. Het zijn puntloze paragrafen, waarin zinnen niet worden afgesloten, en die alinea na alinea doorlopen alsof de hele paragraaf één lange zin is. Het is soms verwarrend omdat niet altijd duidelijk is in wiens hoofd je zit. De normale paragrafen vertellen het verhaal van buitenaf, alsof de lezer een waarnemer is die alles ziet en hoort wat er in de scène gebeurt. Maar de puntloze paragrafen beleven het verhaal meer van binnenuit, je kijkt vanuit de ogen van de personages, en wordt betrokken bij hun interpretaties en gevoelens over de omgeving. Ze vragen echter wel aandacht, want soms springt het van het innerlijk van het ene personage naar het andere, en dat kan nogal verwarrend zijn.

Maar toch is het niet helemaal duidelijk waarom die variant erin zit, want ook in de normale zinnen wordt wel eens in het innerlijk van de personages gedoken. En die puntloze paragrafen beperken zich niet tot één standpunt. Ze krijgen wel een dromerige kwaliteit. Ze worden poëtischer, al doet Merle in die delen niet meer inspanningen om poëtisch taalgebruik te kiezen dan in de andere. De afwezigheid van punten verhoogt wel de snelheid. De normale zinnen geven de realiteit met meer helderheid weer, alsof ze scherp in het daglicht staan afgetekend. Feiten en gevoelens worden meer naast elkaar gezet en analytischer benaderd. In de puntloze delen wordt de werkelijkheid meer als een synthese gebracht. De lezer moet zelf meer uitzoeken wanneer wie aan het woord is, wanneer wiens standpunt of gevoelens worden weergegeven, en hij wordt daardoor vanuit zijn standpunt als lezer gedwongen nog iemand te worden die observeert en conclusies trekt op basis van zijn waarnemingen.

(Un animal doué de raison, Robert Merle, p. 19, Gallimard, 1967, Collection Folio, 20 février 1972, dépôt légal:  1er trimestre 1972, n° d’édition: 16261)

woensdag, 1 – vrijdag 10 mei 2024

(the use of this text to train AI is not allowed; deze tekst gebruiken om AI te trainen is niet toegelaten)

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.